prinsengracht 434, aalmoezeniersweeshuis, 1735

Nog alle daage de koors

Ouders die hun kind te vondeling legden lieten dikwijls een briefje bij het kind achter, vastgemaakt aan een stukje ondergoed, hemdje of luier, met een boodschap voor het Aalmoezeniersweeshuis.

afstandsverklaring en speelkaart ter identificatie

In veel gevallen werd de naam van het kind gegeven, de godsdienst en de vermelding of het al gedoopt was.
Vaak was er bijgescheven dat men het kind 'uit grote armoede' niet kon houden.

Bij een meisje van negen maanden dat werd gevonden op de Prinsengracht bij het Molenpad lag een briefje waarop stond: 'Hier is een kind waarvan de vader al dood was eer het geboore was en de moeder heeft daarna 9 maande wee gesukelt en daarvoor gewerkt maar nu van kerstmis af ziek geweest en heeft na alles verteerd nog alle daage de koors zodat zij nog niets verdiene ken en het kint is een papotje dat graag wat lust, maar geen pap. Lieve Moeders (dit waren de regentessen van het Aalmoezeniersweeshuis) geeve het kint in uwe Moederlijke bescherming tot godt mij weer in staat moogt stellen om daar weer het broot voor te kunnen winne'.

Soms was een bijgevoegd briefje voorzien van een kartelrand of uitgeknipt in hartvorm.
De ouders hielden het andere gedeelte van het papier, zodat zij later konden aantonen dat het echt om hun kind ging.