Dominee Wittewrongel, die in 1661 een boek had geschreven over hoe als christenmens te leven, had het niet zo op dansen.

Volgens hem zat de duivel er achter.
Het deed hem verdriet dat dansen niet alleen werd voorgestaan door 'afgodische menschen, eerloose comedianten, hoerevooghden, venus-jonckers en epicureïsche lichtmissen', van wie het te verwachten was dat zij zich bezig hielden met dit geile gespring, maar ook door gereformeerden en trouwe kerkgangers.
De dominee wilde hen waarschuwen, want in de bijbel, zo schreef hij, kon men immers duidelijk lezen dat dansen zwaar werd bestraft.

Zo werd Dina, de dochter van Jacob, na een danspartij verkracht.
En welk vreselijk lot trof de dochter Salomé van koningin Herodias niet?
Toen zij een bevroren rivier overstak, zakte zij door het ijs en moest zij al dansend van schots op schots springen.
Op zeker moment miste het meisje een schots en viel zij in het water, waarbij haar hoofd door de scherpe rand van een schots werd afgesneden en vervolgens daarop verder dreef.
Wie de bijbel er op naslaat, zal merken dat de dominee zijn fantasie wel heel erg de vrije loop heeft gelaten.

Wat het juiste verhaal is wilt u weten?
Laten we eens kijken bij Genesis 34:1-3 wat Dina overkomt.
Op een dag ging Dina, de dochter van Lea en Jacob, eens kijken bij de meisjes van dat land.
Zij werd opgemerkt door Sichem, één van de zonen van Chiwwiet Chamor, die over dat gebied heerste. Hij overweldigde en verkrachtte haar.
Maar omdat hij zich onweerstaanbaar tot Dina aangetrokken voelde en verliefd op haar was, deed hij zijn best om het meisje voor zich te winnen.
'Zorg er voor dat dat kind mijn vrouw wordt' zei hij tegen zijn vader Chamor.

En wat is er geschreven over Salomé.
Voor zijn verjaardag gaf Herodes een feest voor zijn hovelingen en de hoge militairen en de voornaamste inwoners van Galilea.
De dochter van Herodias, Salomé II kwam binnen om voor Herodes en zijn gasten te dansen, wat bij hen erg in de smaak viel.
De koning zei tegen het meisje: 'Vraag me wat je maar wilt, en ik zal het je geven.'
Aangezien zij reeds alles had, ging zij ten rade bij haar moeder en vroeg: 'Wat zal ik vragen?'
Haar moeder zei: 'Het hoofd van Johannes de Doper.'
Ze keerde naar de koning terug en zei: 'Ik wil dat u me nu meteen op een schaal het hoofd van Johannes de Doper geeft.' en zo geschiede. (Marcus 6:14-29 en Matteüs 14:6 e.v.)