Op 17 mei 1881 kwam de tramverbinding tussen het Weesperpoortstation en de Diemerbrug tot stand. In 1882 werd de lijn via Diemerbrug, Diemen, Muiden, Naarden, Laren en Blaricum naar Hilversum doorgetrokken.

Het kantoor van de Gooische Stoomtram Maatschappij was gevestigd aan Middenweg 65, nabij de Linnaeusdwarsstraat, een straatje dat in de volksmond 'Hibsekrib' werd genoemd naar Ibsen, de bouwer van het eerste huis in dit straatje.
Hier waren ook de remise en de reparatiewerkplaats gevestigd.
In 1924 werd de ombouw van de tram van stoom naar diesel gerealiseerd.
Op 25 oktober 1939 werd de lijn opgeheven.

Het was een periode waaraan velen uit de Watergraafsmeer nog met gemengde gevoelens zullen terugdenken, want volgens overlevering was het een lijn waarop zich heel veel ongelukken voordeden, die niet allemaal even rooskleurig afliepen.
Vanwege deze vele ongevallen, die in totaal aan 117 mensen het leven kostten, werd de tram algemeen 'De Gooische Moordenaar' genoemd.
Eén van de oorzaken zou zijn geweest, dat op de locomotief één en dezelfde man machinist en stoker tegelijk moest zijn.
Maar ook na het stoomtijdperk kwamen zware ongevallen voor.

Clinge Doorenbos (dichter, schrijver en cabaretier) schreef een kort versje over deze tram:
'Gooise Stoomtram
Excellentie (of wie het aangaat).
Op de weg van stad naar Gooi
Loert nog steeds op slinkse wijze
Hein, de dooie dood, op prooi.'