Cornelia Arens wil niet in de kerk worden begraven.
Loopt men op 2 mei het Begijnhof binnen, dan ziet men daar een met bloemen en wit zand versierd graf in ... de goot.
Dit is het graf van het zeer vrome begijntje Cornelia Arens.
Zij leefde in de 17e eeuw en had veel verdriet omdat verschillende van haar familieleden naar de nieuwe religie waren overgegaan.
Na de alteratie was het kerkje op het Begijnhof, zoals alle andere kerken in de stad, de katholieken ontnomen en door de stedelijke regering aan de Engelse Presbyterianen afgestaan.
Slechts het recht om hun doden in het kerkje te begraven was de begijntjes gelaten.
Cornelia Arens werd ziek en voelde dat zij wel spoedig zou sterven.
Zij wilde echter niet in het 'ketterse' kerkje begraven worden, nee zij wenste te rusten onder 'het breje kerkpad bij de geut'.
Op deze wijze dacht zij tevens boete te kunnen doen voor de afvalligheid van haar verwanten.
Cornelia's wens wordt genegeerd
Op 14 oktober 1654 stierf Cornelia, het vrome begijntje, maar aan haar wens werd geen gehoor gegeven.
22 Oktober begroef men haar met het gebruikelijke ceremonieel in het kerkje.
Maar daarmede was de zaak niet afgelopen, want daags na de begrafenis stond de kist met het stoffelijk overschot in de goot 'op het breje kerkpad'.
Niemand kon dit verklaren en men begroef Cornelia opnieuw in de kerk.
Weer stond de kist de volgende morgen in de goot en dit herhaalde zich nog enkele malen.
's Nachts hoorden de begijntjes Cornelia over het doodstille hof lopen en 's ochtends vond men haar op de plaats waar zij wenste te rusten.
De aanhoudster wint
Tenslotte heeft men aan haar laatste wens gevolg gegeven en de nachtelijke rust op het hofje werd sindsdien niet meer verstoord.
Wat er verder nog wordt verteld
Er wordt omtrent deze geschiedenis ook verteld dat enkele begijntjes de kist met het stoffelijk overschot van Cornelia in het geheim uit de kerk haalden en in de goot begroeven.
Deze mededeling zou steunen op aantekeningen van pastoor Cornelis Dierout, rector van het Begijnhof van 1712 tot 1745.
Deze rector die het verhaal uit de mond van oude begijntjes opgetekend had, wilde toch eens onderzoeken wat er van waar was.
In 1727 moest er wat heiwerk verricht worden voor het herstel van de kerk en de rector ging in de vroege morgen eens kijken.
Hij bericht omtrent zijn bevindingen 'met de dageraat die steen of zark aan het kerckpad aen de geut digt aen het heck van het grasplyn laeten lichten' en daaronder vond hij 'de dootkist en het geraemte van het begijntje'.
Bij de vernieuwing van het grasplein in 1732 liet de rector, 'gemelde dootsbeenderen in een nieuw kistje opnieuw begraven'.
Sindsdien wordt het graf van Cornelia Arens elk jaar op 2 mei met wit zand en bloemen versierd.
Dit kistje is in 1893 nogmaals vervangen door een eikenhouten kistje.
Hiermee is echter het raadsel rond de begraafdatum 2 mei 1654 niet opgelost, wie wordt er 5 maanden en 12 dagen voor zijn overlijden begraven?
Er is een vergissing gemaakt en die is blijven rondzingen, zo zelfs dat de gedenksteen van Hans 't Mannetje van november 1986 ook de foute datum weergeeft.