Van jongs af aan koesterde Coenraad van Beuningen mystieke belangstelling; hij studeerde onder andere theologie en Hebreeuws.
Zes maal was Coenraad van Beuningen burgemeester van Amsterdam geweest toen hij, tot grote verwondering van het hele stadsbestuur, ontheffing vroeg uit al zijn officiële functies en in 1685
trouwde met zijn buurvrouw Jacoba Victoria Bartolotti van den Heuvel.
Het 'jonge' echtpaar betrok een kapitaal pand aan de Amstel 216.
Jacoba Bartolotti had een uiterst onaangenaam karakter en het huwelijk werd dan ook niet gelukkig.
Coenraad's aanvallen van razernij werden veelvuldiger.
In één zo'n vlaag van verstandsverbijstering moet Coenraad met rood krijt Hebreeuwse letters, namen en andere geheimzinnige tekens op de gevel van zijn huis hebben gekrast.
Buren hield hij uit hun slaap met kloppen, schreeuwen en weeklagen.
In 1688 werd Van Beuningen onder curatele gesteld en bij zijn dood in 1693 zat hij opgesloten in een achterkamer in een klein huisje aan de Amstel, omringd door wat oude meubelen en
een stroomatras.