standbeeld uit 3 soorten staal die model staan voor van lennep, grachtenwater en lucht.

Jacob van Lennep en ons drinkwater

Jacob van Lennep is de initiatiefnemer van de eerste Nederlandse waterleiding. Hoe dat zo gekomen is wilt u weten?

Het verhaal gaat dat de bekende schrijver en landsadvocaat Jacob van Lennep op een zonnige middag aan het werk was in de tuin van zijn buitenhuis 'Manpad' in Heemstede. Hier kreeg hij van zijn vrouw een vers glas verfrissend duinwater, dat je daar gewoon uit de pomp kon halen. Spontaan zou het idee zijn geboren om dit duinwater te gaan leveren aan Amsterdam.

Een leuke historische anekdote, maar ook een verhaal te mooi om waar te zijn. Het staat echter buiten kijf dat Jacob van Lennep aan de wieg stond van het eerste drinkwaterbedrijf: de Amsterdamse Duinwater Maatschappij. Het eerste tappunt was bij de Willemspoort (de huidige Haarlemmerpoort). Hier werd duinwater voor één cent per emmer verkocht. Vanaf 1853 pompte de Amsterdamse Duinwater Maatschappij steeds meer kubieke meters schoon duinwater naar de hoofdstad.

Al ruim 150 jaar leidingwater

Hoewel wij ons leven lang al niet anders weten is het de verworvenheid van leidingwater toch nog maar zo'n anderhalve eeuw oud. De levering van kraanwater via een leidingnetwerk werd in Nederland voor het eerst toegepast halverwege de 19e eeuw. In Amsterdam kon men, met dank aan Jacob van Lennep, water verkrijgen dat afkomstig was uit de 20 km westwaarts gelegen duinen. Daar bevonden en bevinden zich grote hoeveelheden natuurlijk gezuiverd water. Het waren de Amsterdamse bierbrouwers die, voor een meer efficiënte en constante aanvoer van zuiver water, de stimulans gaven tot de ontwikkeling van een leidingnetwerk.

Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij

De Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij was een waterleidingbedrijf dat de drinkwatervoorziening in Amsterdam verzorgde. Het bedrijf bestond van 1851 tot 1896 en was het eerste waterleidingbedrijf in Nederland. De Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij was de voorloper van de Gemeentewaterleidingen Amsterdam.

In steden zoals Amsterdam werd vanouds het drinkwater uit grachten en sloten gehaald. Dit water was echter zwaar vervuild, temeer omdat ook de riolering erop uit kwam. Daarom moest men zijn toevlucht nemen tot de opvang van regenwater en de aanvoer van schoon water uit de Vecht. Eind 18e eeuw werden er waterbakken aangelegd, waarin dit -vrijwel ongezuiverde water- werd bewaard. Dit water werd aan huis verkocht. Andere wijzen om aan water te komen waren het vergaren van hemelwater en het gebruik van pompen, die zich gewoonlijk in de keuken bevonden.

Ondanks deze voorziening braken er regelmatig epidemieën uit van cholera en tyfus. Men ontdekte dat deze ziekten voortkwamen uit het drinken van besmet water. Zo ontstonden er plannen om een drinkwaternet aan te leggen. Het was Jacob van Lennep die het denkbeeld opperde om zoetwater uit de duinen te betrekken en dit naar Amsterdam te vervoeren. De eerste plannen omstreeks 1840 voorzagen in een leiding van uitgeholde boomstammen vanuit de Brouwerskolk te Bloemendaal. Dit was een waterloop die vers duinwater ontving, wat onder meer voor het bierbrouwen werd gebruikt.

Na de cholera-epidemie van 1848 kwam het project in een stroomversnelling. Een door Jacob van Lennep gestimuleerde geldinzamelingscampagne bracht niet het gewenste resultaat, maar met behulp van Engelse geldschieters kon men in 1851 toch de maatschappij oprichten en een aanvang met de werkzaamheden maken. In Londen had men namelijk al ervaring met een waterleidingbedrijf. Aldus kwam er een pompstation bij Vogelenzang waar water uit de duinen werd opgepompt en door gietijzeren leidingen naar de Willemspoort te Amsterdam werd geleid, waar met het water aanvankelijk voor een cent per emmer verkocht. De werken waren gereed in 1853. Het wingebied werd herhaaldelijk uitgebreid en zou uitgroeien tot de Amsterdamse Waterleidingduinen.

Schrijver, taalkundige en politicus Jacob van Lennep was een van de oprichters en de eerste directeur in 1851 van de Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij.

Standbeeld van verschillende soorten staal

Beeldend kunstenaar Lia van Vugt eert met haar sculptuur van drie soorten metaal het belangrijke werk van Van Lennep. Voor de ene helft van de afbeelding van Jacob van Lennep is cortenstaal gebruikt, dit is een roestbruine staalsoort en dit symboliseert het grachtenwater. De andere helft van zijn afbeelding is lucht, en daardoor kijk je op het water. Dit water symboliseert het belang van water voor de stad Amsterdam en het belang dat Jacob van Lennep hechtte aan schoon drinkwater. De andere staalsoort, het roestvrij staal, symboliseert het water van de Vecht. Tenslotte symboliseert het gespiegelde staal het zuivere en heldere water wat hij naar Amsterdam bracht, en het water op het Haarlemmerplein.

(wikipedia - gemeente Amsterdam)

Toespraak bij de onthulling van het standbeeld door Marita Mathijsen

Wist u dat u gemiddeld 120 liter water per dag gebruikt - 12 grote emmers, 120 flessen van 1 liter? U, meneer de wethouder, die straks dit beeld gaat onthullen, ziet er nogal fris uit: u gebruikt misschien wat meer - u, mevrouw de kusntenares ziet er ook fris uit, maar misschien bent u nogal milieubewust - en gebruikt u wel wat minder. Maar wij met zijn allen profiteren van de zegening van voortreffelijk duinwater. Hoe krijgen we dat water? De wethouder heeft al geschetst hoe moeilijk het vroeger was en dat wij het nu zo makkelijk hebben: dank zij Jacob van Lennep.

Hoe het gegaan is, weten we inmiddels: mevrouw Van Lennep zou het duinwater van Heemstede ook wel in Amsterdam willen drinken, en daarop ging Van Lennep nadenken. Hij legde contact met de ingenieur Vaillant die al jaren bezig was met een waterleiding, hij leerde een Engelse ingenieur van de Londense waterleiding kennen en daar kwamen de plannen. Die werden afgeserveerd. Een romanschrijver moest zich maar bij zijn fantasie op schrift houden, maar geen dolle dingen in zijn kop halen. Rijke Amsterdammers die een buitenhuis in de duinen hadden gaven een brochure tegen hem uit: Bedenkingen van eenige bewoners der duinen, over de physieke of finantiële mogelijkheid van eene waterleiding uit dezelve tot en in Amsterdam. Van Lennep had kapitaal nodig om het plan te financieren, maar de grachtengordelkennissen deden niet mee. Van Lennep kende het woord 'opgeven' niet, dus ging hij naar Engeland en haalde daar kapitaal. Zijn familie hielp wél: papa David Jacob gaf Mariënduin, zijn zus Antje stond doorgraven op Leijduin toe, zijn neef Johan Frederik gaf terrein Groot Bentveld prijs. Op 11 november 1851 kwam het kroonprinsje Willem naar de plek waar het duinwater uit de grond welde en stak de eerste schop in de grond. Van Lennep hield een toespraak waarin hij de onverschilligheid, kortzichtigheid, benepenheid en kleingeestigheid van zijn medeburgers hekelde. Twee jaar later kreeg Amsterdam de eerste waterleiding van Nederland. Het verhaal gaat dat Van Lennep om de grachtengordel te jennen speciaal het water eerst naar de Jordaan bracht: maar om bij de grachtengordel te komen móest hij wel eerst door de Jordaan…

In 1896 werd de Duinwater Maatschappij overgenomen door de gemeente - en toen waren er mensen die opperden dat er op dat moment een plaquette of borstbeeld voor Van Lennep, de eerste directeur, moest komen. Dat gebeurde niet. Hoe komt het dat er nu, 165 jaar later, wel een standbeeld voor hem is gekomen?

In 2003 werd 150-jarig bestaan van waterleiding gevierd. Ik mocht toen een lezing geven - en ik zei toen dat Jacob van Lennep een standbeeld zou verdienen als schrijver, maar vooral als de man van het Amsterdamse water. Job Cohen, toenmalig burgemeester en Caroline van de Wiel, toenmalig directeur van het Waterleidingbedrijf, smoesden na de lezing: natuurlijk moest Van Lennep een standbeeld krijgen. Gemeente en het Waterbedrijf zouden daarvoor samenwerken. Er kwam een commissie waarin ook ik zitting kreeg, een wedstrijd, Lia van Vugt kreeg de opdracht. Maar er kwamen buurtbezwaren, inspraaksessies, nieuwe ontwerpen, afkeuringen, milieuverordeningen - het plan leek in het slop te raken. En toch is men op het stadhuis en bij het Waternet met de vasthoudendheid die ook Van Lennep kenmerkte doorgegaan. Met name Roy van Gelder, projectmanager van de gemeente, en Marco Cops van Urban Arts Projects moeten hiervoor bedankt worden.

Vorig jaar, toen Hans Goedkoop voor de tv-serie De IJzeren eeuw samen met mij een nep-standbeeld oprichtte voor Van Lennep als waterbrenger in Amsterdam, was het nog maar een uitvergrote foto die we plaatsten op de plek waar 163 jaar geleden het duinwater de stad inspoot. Nu is er een echt monument. Het is met grote trots dat ik vandaag bij deze onthulling ben: trots dat Van Lennep gekregen heeft wat hij verdient, trots dat ik daaraan heb kunnen bijdragen, en vooral: trots op het Amsterdamse water. Uit allerlei onderzoekingen blijkt het zo ongeveer het beste stadswater ter wereld te zijn. En dat komt zomaar uit de kraan - dank zij Jacob van Lennep.