Hobbemastraat 22 Veiligheidsinstituut (1980)

Amsterdam en de Koude Oorlog

Omstreeks 1980 hebben militairen uit de Sovjet-Unie Amsterdam in kaart gebracht. Sommige objecten kunnen strategisch van belang zijn geweest, maar de plattegrond kent ook een aantal miskleunen.

Publicist Dirk Kloosterboer spoorde vier kaarten van ongeveer een meter bij een meter op bij een kaartenwinkel in Riga. "Ik las het boek The Red Atlas over het ambitieuze militaire programma van de Sovjet-Unie om grote delen van de wereld in kaart te brengen. Amsterdam kwam er niet in voor, toen ben ik zelf op zoek gegaan." De arceringen op de kaart suggereren dat ze vooral in de brandstofoverslag geïnteresseerd waren. Op de kaart die Kloosterboer in bezit kreeg was luchthaven Schiphol van belang en ook het Westelijk Havengebied ontbreekt niet. "Het is een van de grootste benzinehavens ter wereld. De manier waarop de makers hun kaart hebben gearceerd suggereert dat zij vooral belangstelden in de infrastructuur voor brandstofoverslag."
Maar aan de oostelijke zijde van het centrum zijn de keuzes van de Sovjets discutabeler, onder meer door de grote waarde die wordt toegekend aan het Scheepvaartmuseum. Nou valt er van het Scheepvaartmuseum, zelfs als je moeite doet, geen interessant militair-strategisch object te maken. Niet nu, niet in 1980 en misschien een heel, héél klein beetje in de zeventiende eeuw, toen het gebouw dienst deed als magazijn voor de marine.
Toch kwamen kaartenmakers uit de Sovjet-Unie aan het eind van de zeventiger jaren van de twintigste eeuw, toen de Koude Oorlog al over zijn hoogtepunt heen was, tot de conclusie dat het Scheepvaartmuseum militair en strategisch belangwekkend zou kunnen zijn. Overigens net als een aantal andere 'objecten' op het toenmalige Marineterrein, waar, ook destijds, vooral onschuldige afdelingen als personeelszaken zaten.

Hobbemastraat 22 interieur Veiligheidsinstituut (1923)

Strategische waarden

De toegedichte strategische waarde van het Scheepvaartmuseum en een hele reeks andere Amsterdamse gebouwen zijn terug te vinden op de indrukwekkende geheime plattegronden van de stad die in de Sovjet-Unie zijn gemaakt, compleet met cyrillische tekens. Wat te denken van het blokje dat zij markeerden tussen het Waterlooplein en de Nieuwe Amstelstraat. In Russische tekens staat daar dat dit een arsenaal is. In zekere zin klopt dit: het gebouw heet Arsenaal en de naam verwijst naar een verleden waarin het werd gebruikt voor de opslag van wapens, maar al sinds 1946 is het onderdeel van de Academie van Bouwkunst.
En dan het Museumplein. Natuurlijk is hier het Amerikaanse consulaat gearceerd, echter op een verkeerd adres. Nog opvallender is de nadruk die de Sovjets leggen op een gebouw op nummer 250, hoek Hobbemastraat, naast het Zuiderbad. De toelichting op de kaart vermeldt: 'Security service', wat de indruk wekt dat hier wellicht de Binnenlandse Veiligheidsdienst een geheime locatie had. De werkelijkheid is minder spannend. Op dat adres zat namelijk het Veiligheidsinstituut, een voorloper van het Nederlands Instituut voor Arbeidsomstandigheden, dat inmiddels is opgegaan in TNO. Dus al met al niet bepaald een gebouw met een militair strategisch belang. Het strategisch belang van dit instituut moest worden gezocht in de voorlichting over hoe je veilig werkt. Over het nut van het dragen van helm en veiligheidsbril (op sterkte), en voor kantoorpersoneel het gesloten houden van ladekasten en bureaulades na gebruik.