Maak kennis met de hoofdpersonen: raadspensionaris Johan de Witt, burgemeester Tulp, Margaretha Tulp en Wendela Bicker.

Raadspensionaris Johan de Witt 'snakte wel eens naar een bruiloft zoals een visje naar het water'. Zijn eigen bruiloft werd in 1655 echter volkomen in de war gestuurd door burgemeester Tulp.
De Witt was de eerste man in de Nederlanden en niet voor niets zocht hij een bruid in de machtige Amsterdamse regentenkringen.

Eerst liet hij zijn oog vallen op Margaretha Tulp, maar bij nader inzien vond hij een betere partij in Wendela Bicker, dochter van de schatrijke koopman Jan Bicker. Met haar ging hij op 30 januari in ondertrouw en het huwelijk volgde midden februari.
Onnodig te zeggen dat burgemeester Tulp zich gepasseerd voelde.

Wraak

Burgemeester Tulp zag kans om nog op de laatste dag van zijn termijn als burgemeester een verordening uit te vaardigen waarin het aantal gasten bij bruiloften drastisch werd beperkt en waarin zelfs het aantal uren dat het feest mocht duren was bepaald.
Op de trouwpartij van De Witt, die de bruiloft van de eeuw had moeten worden, waren niet meer dan 71 gasten aanwezig.

En wat deden de andere Amsterdammers die een grote bruiloft wilden houden? Wel, die betaalden gewoon de boete die op de overtreding was gesteld.