standbeeld floor wibaut wibautstraat 1979

Onderbroeken

Voordat Floor Wibaut in 1914 wethouder van Volkshuisvesting werd, was hij enige jaren lid van de Gezondheidscommissie geweest.

Uit dien hoofde moest hij de Amsterdamse sloppenwijken bezoeken om hygiënische mistoestanden op te sporen.
'Ik herinner mij', zo schreef hij later in zijn memoires over deze periode van zijn leven, 'een groot aantal woningen, waar een groot gezin, in één kamer woonde.
In de ene kamer was in de regel één bedstede. Daar sliepen de ouders.

Als er veel kinderen waren, was in de bedstee een verdieping getimmerd, waar dan een paar kinderen sliepen.
Eén kind, het jongste, sliep in den regel aan het voeteneind in de bedstee.
De overige kinderen, waar geen ledikant voor was, sliepen op de grond.
Wat dat betekende als er vier of zes kinderen waren, jongens en meisjes van tien tot zeventien jaar, kan men zich voorstellen.

krotwoning kelderwoning zeedijk

Ik vroeg aan een moeder of dat altijd ging.
'Niet altijd', zei ze, 'maar als ik 's nachts maar de minste beweging hoor, kom ik uit bed en ransel ze.
Dat helpt wel.
Ik kan het goed.
De kinderen slapen allemaal met onderbroeken aan.