Regulierspoort gezien vanaf de buitenzijde van de stad

Redeloos, radeloos, reddeloos

Het is 1672, het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen.

Singel, schutter boven toegang voormalig wachtlokaal, herplaatst

In Amsterdam herinnert nog slechts één naam aan dit Rampjaar: de Munt.

Voor de kostbare oorlog tegen Frankrijk en Engeland werden zware belastingen geheven.

De aangeslagenen mochten die belasting in ongemunt edelmetaal voldoen en zo brachten de beter gesitueerde burgers tal van gouden en zilveren voorwerpen naar de Wisselbank

Vandaar moest het naar de Hollandse Munten in Dordrecht en Enkhuizen worden gebracht, maar die waren door de oorlogshandelingen onbereikbaar.

Zodoende verzocht het Amsterdamse stadsbestuur de Staten van Holland om een 'noodmunt' te mogen inrichten. Hetgeen werd toegestaan.

In het oude wachthuis bij de Regulierspoort werden toen zilveren en gouden munten geslagen, met het wapen van Amsterdam.

In 1674, toen het acute gevaar was geweken, kwam er een eind aan dit bedrijf, maar nog altijd leeft de herinnering eraan voort in de namen 'Muntplein' en 'Munttoren'.