De Franse filosoof René Descartes, of gelatiniseerd Renatus Cartesius, was een reiziger. Hij woonde van 1629 tot 1649 in Nederland, waarvan ook enige tijd in Amsterdam.
Daar verbleef hij onder andere op de Westermarkt.
Als hij uit zijn raam keek zag hij de Westertoren, die in 1638 werd voltooid, in aanbouw.
In brieven aan een goede vriend schreef Descartes waarom Amsterdam voor vreemdelingen zo'n aantrekkelijke stad was:
"Welke andere plek in de wereld zou men kunnen krijgen waar alle comfort van het leven en alle interessante dingen die men maar wensen kan, zo gemakkelijk te vinden zijn als
in deze stad?
Welke andere plek is er waar men zo'n volmaakte vrijheid kan genieten, met minder onrust kan slapen, waar vergiftigingen, verraad en laster minder bekend zijn en waar meer
is overgebleven van de onschuld van onze vaderen?"