gesloten centraal station ivm spoorwegstaking

Spoorwegstaking

Het begon allemaal bij de vakbond van havenarbeiders, de Federatie van transportarbeiders, geleid door de Amsterdamse bootwerker Janus Wessels. Deze vakbond had in 1902 besloten dat bij de vakbond aangesloten arbeiders niet meer mochten samenwerken met niet-georganiseerde werkers.

Bij het bedrijf Wilhelm Müller & Co. in het Amsterdamse havengebied gold sinds 1902 een organisatieplicht. Alle arbeiders moesten lid van een vakbond zijn. De arbeiders van het Blauwhoedenveem, een ander Amsterdams havenbedrijf, waren ongeorganiseerd; zij mochten van de directie geen lid worden van de bond.

Toen op 8 januari 1903 een paar ongeorganiseerde arbeiders van het Blauwhoedenveem goederen kwamen halen bij de firma W.H.Müller & Co., weigerden de georganiseerde arbeiders van dit bedrijf deze mee te geven.

Dit betekende hun ontslag en als de bootwerkers van Müller & Co. met de nieuw aangestelde arbeiders weigeren te werken, worden ook zij ontslagen.

Singel 530-532 sociëteitsgebouw d'Geelvinck

Op 13 januari kwamen een paar duizend transportarbeiders in vergadering bijeen. Ze namen een motie aan, die eindigde met de woorden:

'Besluit sarrensmoede, de lijdelijke houding, welke door ons twee jaar lang is aangenomen te laten varen, en wanneer de directie van het Blauwhoedenveem niet ingaat op de eischen, gesteld door de handels- en pakhuisbediendenvereeniging "Handel en Nijverheid" en door de dok- en veemarbeiders, Woensdag 14 januari a.s. des avonds om 8 uur de staking en den boycot uit te spreken over het Blauwhoedenveem'.

De Vereeniging van Werkgevers op Scheepvaartgebied zei wel te willen praten, maar niet met de Scheeps- en Bootwerkersvereeniging 'Recht en Plicht'. Op 13 of 14 januari reageerde de Nationale Federatie van Transportarbeiders. De federatie vergaderde in d'Geelvinck, destijds Singel 530, in Amsterdam en eiste de erkenning van 'Recht en Plicht' als vakbond en als gesprekspartner. Anders zou er een staking volgen.

Van haven naar spoorwegen

Het spoorwegpersoneel, dat zelf onder mensonwaardige omstandigheden werkte, verklaarde zich solidair. De acties breidden zich als een olievlek uit. Op 29 januari lagen alle treinstations in Amsterdam plat. Acht andere spoorwegknooppunten deden aan de staking mee.

Hiermee was de spoorwegstaking van 1903, één van de grootste stakingen die ons land gekend heeft, een gegeven.

Op 31 januari gaven de werkgevers toe: Ontslagen stakers werden weer aangenomen, Het loon over de stakingsdagen werd doorbetaald, De vakbonden werden erkend.

Gansch het raderwerk staat stil als uw machtige arm het wil
Gansch het raderwerk ..

De omvang en het succes van de eerste spoorwegstakingen verrasten vriend en vijand. De socialistische voorman Troelstra schreef trots Gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige arm het wil.

Natuurlijk volgde een tegenreactie. In april 1903 nam het parlement de beruchte 'worgwet' van Abraham Kuyper aan. Hierin werd het staken van overheids- en spoorwegpersoneel strafbaar gesteld.

Resultaat was een nieuwe algemene staking, die ditmaal echter door de arbeiders verloren werd. Bij de spoorwegen werden in reactie op de stakingsacties volgens sommige bronnen 2000 arbeiders ontslagen, volgens andere bronnen wel 3000 tot 5000. 10 Procent van de werknemers bij de Staatsspoorwegen (SS) en de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM) raakte zijn baan kwijt.

Het stakingsverbod voor ambtenaren en spoorwegpersoneel zou pas worden opgeheven bij wet van 14 december 1979, in werking getreden op 16 januari 1980.