Tabakkeurders krijgen melk om smaak te neutraliseren

Tabak, een droge dronkenschap

In het begin van de 17e eeuw gingen steeds meer mannen 'toback suyghen door een hol pijpcken'. Engelse zeelieden en soldaten hadden deze kunst aan het einde van de 16de eeuw afgekeken van Indianen in Amerika en brachten het gebruik van tabak naar ons land.

Aanhakend op deze nieuwe rookgewoonte sloten Jan Cornelisz. en Cornelis Egbertsz. op 12 februari 1627 een contract met Antoni Pieters, die hen voor 1200 gulden het opmaken van tabak zou leren.

Rokin, aanvoer van tabak naar Frascati in de Nes

Tegenstanders van dit 'duivelskruid' dreigden met hel en verdoemenis en noemden de bedwelmende werking 'droge dronkenschap'.

Voorstanders beschouwden de tabak als een uitstekend geneesmiddel en voor burgers werd het een voortreffelijk genotmiddel.

Niet alleen rookten de Amsterdammers uit pijpen, ook snoven ze de tot poeder vermalen bladeren op door de neus. Aan het eind van de 17e eeuw werd een man er op aangekeken als hij niet rookte. En nog tot ver na het midden van de 20ste eeuw kon je in vele huizen een pijpenrek vinden met de tekst 'Het is geen man die niet roken kan'.

Inmiddels is deze slogan aangepast tot 'Het is een man die het roken laten kan.'