Op 21 december 1617 werd Trijn Pieters, na betrapt te zijn op het stelen van een 'vrouwen rock ende borst met jack' veroordeeld om op het schavot 'met de coorde geexecuteert te worden, sulcx datter de dood naer volcht'.
Trijn Pieters, alias Trijn van Hamburg was een schoolvoorbeeld van een falend justitiebeleid.
Het was namelijk niet de eerste keer dat Trijn voor de schepenen was verschenen. Tussen 1610 en 1617 was zij ruim twintig keer veroordeeld wegens kleine diefstallen in Amsterdam, Haarlem, Enkhuizen, Middelburg en nog een hele rij grotere en kleinere plaatsen.
Haar rechters hadden haar beide oren laten afsnijden, haar acht keer te pronk gesteld onder de galg, vijf keer gebrandmerkt, ettelijke keren gegeseld en na afloop telken male verbannen. Maar nu moest het echt afgelopen zijn.
Op 30 december werd zij opgehangen.
Na haar dood werd haar lijk naar de onlangs opgerichte universiteit van Leiden gebracht, waar het op de snijtafel van het Theatrum Anatomicum belandde.
Enige tijd later keerde zij als geraamte terug om als kermisattractie dienst te doen. Voor anderhalve duit kon het publiek Trijn Pieters, die zij vroeger meerdere malen in levende lijve op het schavot hadden kunnen zien, nu gaan bekijken.