Vismarkt op de Dam
Klik op een foto voor een grote afbeelding en meer info.

Dam, 1594 Dam, 1616, vismarkt Dam, 1652, vismarkt Dam, 1652, kooplieden

Naam: Grote Vismarkt
Adres: Dam (tot 1841)

Al sinds de middeleeuwen werd de vis naar de Dam gebracht om daar verhandeld te worden. Daarom werd dit stukje Dam ook wel Vissersdam genoemd. De vismarkt was de oudste markt van Amsterdam en gelegen bovenop de dam in de Amstel. Er stonden overdekte toonbanken, met plek voor zo’n 120 vishandelaren. Naar de kant van het Damrak, stonden de handelaren in zeevis en naar de kant van het Rokin de verkopers van riviervis. Omstreeks 1484 werd de vismarkt uitgebreid langs het Damrak tussen de Oude Brug en Karnemelkssteiger.
Zoals al besproken in de ‘Dam tot 1600’ ontstaat de markt al in de 13de eeuw, een precieze datum wordt echter niet vermeld. Wat we wel weten is dat de markt er eeuwenlang zou blijven. Al in het oudste keurboek van Amsterdam, geschreven voor 1400, komt een keur op viskopers en de vismarkt voor.
De kaart van Cornelis Anthonisz. laat zien dat hier een houten gebouw stond met overdekte visbanken, oorspronkelijk vrijstaand, maar later ingebouwd. Er kwamen poorten aan de Vijgendam, in 1699 met hekken afgesloten tegen nachtelijke visdieven. Ook vanuit de Vissteeg en vanaf het Damrak was er een toegang.
De zeevis werd aangevoerd aan steigers in het Damrak, de riviervis aan een lang vlot in het Damrak. Kwam je van hier de markt op dan viel onmiddellijk de stenen ring op welke de afslagplaats was. De door de vinders goedgekeurde zeevis werd door opslepers binnen de ring gesleept waarna ze door de afslager, die door de Burgemeesteren was aangesteld, aan de meest biedende werd verkocht. Naast de ‘viswijven’ mocht een ieder binnen de ring kopen, zolang dat maar voor eigen gebruik was.

Dam, 1665, vismarkt Dam, 1690, vismarkt Dam, 1700, vismarkt

De vismarkt zelf was na 1600 verdeeld in een westelijk deel voor zeevis en het oostelijke deel voor de riviervis. Met de afbraak van enkele huizen ten noorden van de Vissteeg in 1625 werd de riviervismarkt langs het Damrak verlengd. In 1662 volgde nog een verdere uitbreiding.
Keuren werden er in overvloed uitgevaardigd ten aanzien van de vismarkt. De belangrijkste is van maart 1569, de ‘Groote Ordonnantie’. Hierin werd bepaald dat er op de vismarkt alleen vis mocht worden verkocht. En paarden, sleden en wagens mochten niet meer op de vismarkt komen. Op de vismarkt was een uitgebreid aanbod, waarbij ook vissen die we nu niet meer eten. Aangevoerd werden bruinvissen en zeehonden en de nu nog bekende vis als kabeljauw, schelvis, zalm, tong, baars, voorn, bot en schol. In 1708 verscheen er een plakkaat met de minimumlengtes voor verschillende soorten vis. Op een prachtig palmhouten voetstuk voor een beeldje van Sint Pieter werden deze maten aangegeven.
Wat was er nog meer bij keur geregeld. De schoonmaak: de visvrouwen moesten dagelijks na het einde van de markt de visbanken ‘Van alle doode visch/grom ende andere onreynigheyt gesuyvert ende schoon gemaeckt’ hebben. Het afval werd door een knecht, aangesteld door de Thesauriers, in een kruiwagen naar de stadsvuilnisschuit gebracht. Maar er waren ook altijd enkele ooievaars en reigers die hun kostje op de markt verzamelden uit het op de grond liggende afval. Een andere keur bepaalde dat de visvrouwen wekelijks een bank moesten opschuiven. En natuurlijk was, ook toen al, alles voorzien van een boetebepaling bij niet opvolgen.

Dam, 1710, vismarkt Dam, 1720, visvrouw Dam, 1769, Sint Pietersgilde Dam, 1775, vismarkt

De regenten van het Spinhuis stelden de visdragers aan die de gekochte vis naar huis brachten. Zij droegen een ‘Kopere Vinken’ op de borst, het teken van hun aanstelling als visdrager.
Het algehele toezicht op de vismarkt berustte bij de Overlieden van het Sint Pietersgilde, die hun comptoir (kantoor) op de vismarkt hadden. Voor het handhaven van de orde kregen de Overlieden sedert 1514 van iedere os of koe die binnen de stad geslacht werd één duit (fl.0,006). Hiervan moest onder andere de afvalschuit worden betaald die het marktafval naar Amstel of IJ vervoerde.
De vismarkt was volgens Ter Gouw ‘een stad in de stad’ met haar eigen feesten, waar het zeer uitbundig toeging. Koning Lodewijk Napoleon vond het leven op deze markt zo gezellig, dat hij er een vrij uitzicht op wilde hebben, en daarom de Waag op de Dam liet afbreken. In verband met de plannen voor de Beurs van architect Zocher werd in 1841 de markt verplaatst naar enige houten barakken op de Geldersekade bij de Nieuwmarkt.

Dam, 1797, vismarkt Dam, 1797, vismarkt Dam, 1797, vismarkt Dam, 1831, vismarkt

Een baantje als afslager dat niet zo heel bijzonder klinkt werd in de 18de eeuw door zeer deftige en voorname lieden bekleed. Burgemeesters hielden ze zelf of ze werden aan zonen, dochters, neven of nichten of goede vrienden gegeven. Deze besteedde het werk dat een luchtje had dan weer uit aan een substituut voor een uiterst bescheiden deel van de opbrengst. Wat een baantje als afslager opbracht wilt u weten? Volgens de regeling ‘twee en een half percento van het suyvere provenu (netto winst) van de verkogte visch’. Hoewel de opbrengsten varieerden was omstreeks 1750 een maandopbrengst van fl. 20.000 geen zeldzaamheid. Dit komt neer op een maandwinst op de vismarkt van fl. 800.000. Uitschieters waren maart 1741 met fl. 27.051, en in maart 1762 was het zelfs meer dan fl. 10.000 in een week (dit is vergelijkbaar met € 216.000 in 2020). In februari 1736 werd een bekende persoon door de Burgemeesteren aangesteld en beëdigd als afslager aan de Vismarkt. Hij was er blij mee en vond het niet meer dan billijk dat hij als beloning voor zijn vele diensten als Kapitein der Burgercompagnie nr.50 een ‘kleine’ vergoeding kreeg. Waar die vergoeding vandaan kwam maakte weinig uit. Wie onze bekende persoon was: Jacob Bicker Raye, die van het beroemde dagboek ‘Notitie van het merkwaardigste mijn bekend, dat binnen Amsterdam is voorgevallen’ en wonende op de Herengracht bij de Reguliersgracht. Jacob Bicker Raye bleef tot zijn overlijden in 1777 afslager. In zijn dagboek schrijft hij dat hij bij zijn eerste bezoek aan de Vismarkt feestelijk werd ingehaald. En ook dat hij op eigen verzoek een schuit vis heeft afgeslagen, om daarna ‘met een stuiver gelds, om op zijn gezondheid eens vrolijk te zijn, vriendelijk te bedanken’. Binnen enkele dagen had hij echter een plaatsvervanger, Hein Verschuur, geregeld en laten beëdigen.

Meer lezen:
Dam (tot 1600)
Dam (1600-1900)
Dam 1900 tot heden
Vinder
Vismarkt (Dam tot 1600)
Vismarkt (Dam 1600-1900)

Voor het laatst bewerkt:

Bronnen:
Ons Amsterdam 1952 blz.34 e.v. De grote vismarkt
wikipedia.nl