Adres: Gelderskade 18
Architect: -, Philips Vingboons, -
Bouwtijd: -, 1641, 1996
Opdracht: -, Abraham Pietersz Croock, Raymond Feddema en Truke van Koeverden
De kaart van Cornelis Anthoniszoon uit 1544 laat zien dat hier oorspronkelijk twee panden stonden met de nok evenwijdig aan de rooilijn, de nummers 16 en 18. Begin 1590 koopt koopman en dichter Roemer Visscher het pand
Oudezijds Kolk 3, bekend als De Korendrager. Dit pakhuis is verbonden met de panden aan de Geldersekade 14, 16 en 18. Met deze aankoop wordt Roemer Visscher in één klap een van de grootste
huizenbezitters aan de Kolk. De panden aan de Geldersekade liggen nabij de stadsmuur, niet heel gunstig, maar dat verandert rond 1600 als de stadsmuur gesloopt wordt. Dit deel van de Geldersekade krijgt de naam
Engelse kaai en de huizenprijzen stijgen aanzienlijk. In 1601 laat Roemer Visscher nr.16 mogelijk tot woonhuis en nr.18 tot twee pakhuizen verbouwen.
1641 Kruidenhandelaar en zeilmaker Abraham Pietersz Croock (1596-1658) koopt de beide pakhuizen op nr.18 en laat hier door Philips Vingboons (1607-1678) een nieuw pand bouwen van maar liefst zeven traveeën breed.
Van dit pand zijn de oorspronkelijke tekeningen bewaard gebleven. Het ontwerp voor de voorgevel laat een van oorsprong strak symmetrische gevel zien met een naar voren springende middenpartij en een royale
stoeppartij. Opvallend is dat Vingboons geen souterrain ontwierp maar de onderverdieping op maaiveldhoogte liet beginnen. Angst voor binnenkomend hoog water heeft hem waarschijnlijk doen besluiten om de
begane grond pas op het maaiveld te beginnen.
1657 Koopman Adam Daemen (1615/20-1701) verwerft het pand. In die tijd bevond zich in het huis een rooms-katholieke huiskapel. Zijn zoon Adam Daemen (1649-1717) is hier opgegroeid en vestigde zich na zijn
priesterwijding in Keulen waar hij van 1707-1717 apostolisch vicaris van de Hollandse Zending was en tot aartsbisschop van Adrianopel (Edirne in Turkije) werd benoemd.
1886 Op 18a is cargadoorsbedrijf Ruys & Co gevestigd. Zij zullen in 1893 verhuizen naar de Prins Hendrikkade 86.
Ca.1893 is het pand ingrijpend verbouwd. De voorgevel werd vervangen, de onderpui bekleed met natuurstenen platen verlevendigd door schijnvoegen, en de ramen werden met een stucwerkversiering
omlijst. Bij deze verbouwing maakte de stoep plaats voor de huidige ingang op de begane grond en daarboven werd een balkon aangebracht. Dit balkon, beton bekleed met natuurstenen platen, was voorzien van een
houten balkonhek. Bij dezelfde verbouwing werd het pand opgedeeld in twee appartementen die beide een eigen ingang kregen. Ook de stucplafonds op de beletage, nu eerste verdieping, zijn in die tijd aangebracht.
De toenmalige eigenaar heeft de vertrekken aangepast aan zijn tijd waarbij het complete Vingboonsinterieur is verdwenen.
Gedurende de twintigste eeuw is er weinig aan onderhoud gedaan en zo kon het pand in deplorabele toestand in 1996 worden gekocht door historicus Raymond Feddema (1950-2004) en Truke van Koeverden. Zij lieten een aantal wanden uit
de negentiende-eeuwse verbouwing weer verwijderen met uitzondering van die op de eerste verdieping, omdat de indeling hier werd bepaald door de stucplafonds. Na de restauratie van het interieur en de kap volgde in
2007-2008 de restauratie van de gevels. Steenhouwersatelier Snoep en Vermeer heeft de loszittende natuurstenen platen van het balkon gerestaureerd en in 2009 opnieuw aangebracht. Tot slot van de restauratie werd
het houten balkonhek herplaatst, waarmee ruim twaalf jaar restauratie ten einde kwam.