Naam: Leidsepoort
Adres: Leidseplein
Architect: Daniël Stalpaert
Bouwjaar: 1663
Opdracht: Gemeentebestuur Amsterdam
De Leidsepoort was een van de acht toegangspoorten in de derde en vierde uitleg en gebouwd in 1663 door bouwmeester Daniël Stalpaert. De poort maakte deel uit van de stadswal. Met het
gereed komen van de derde uitleg tot de Leidsegracht is dit de eerste poort van de vierde uitleg na bolwerk Sloten. De poort verving de Heiligewegspoort die met deze stadsuitbreiding binnen de stad kwam te liggen.
De stadspoort was gelegen aan de zuidkant van het Leidseplein, tegenover de huidige Marnixstraat, ongeveer waar nu het American Hotel staat.
Omstreeks 1662 werd voor de Leidsepoort het Leidse Bosje aangelegd (tussen Overtoom en-Hobbemastraat) bestaande uit vele rijen bomen, met olielampen voor de verlichting (die na 1858 werden
opgevolgd door gaslantaarns). Verder was er een paardenwed, een door palen omheind stuk water van de Singelgracht voor baden en drinken paarden. Soms ging er wat mis en zo belandde ook Bicker
Raye met zijn koets in het wed. Hij werd gered maar had wel weer een verhaal voor zijn dagboek.
De poort zelf was een vierkant plomp gebouw met een bovenverdieping, vier hoektorens met een poort en een klokkentoren. Slechts eens in de zoveel tijd gebeurde hier iets spannends. Alle stadspoorten
sloten om half tien ’s avonds en bleven dicht tot zonsopgang de volgende morgen. Gedurende die tijd waren de sleutels in een kist in het stadhuis. In de nacht van 12 op 13 augustus 1754 wordt buiten
de poort de grote rode gloed waargenomen van een ‘ijselijke brant’. De gealarmeerde brandweer kon er echter de stad niet uit want de poort was gesloten. Na de ochtendopening bleek de Franse
Schouwburg aan de Overtoom tot op de grond afgebrand.
Nabij de Leidsepoort werd de toenmalige stadsschouwburg in 1774 geopend. De theaterbezoekers hadden last van de elk kwartier luidende klokken van de poort, zodat al in hetzelfde jaar de houten
buitenmuren van het theater werden opgevuld met zaagsel om het geluid te dempen.
De poort zelf bood tot 1767 in een bovenvertrek ruimte aan de vroeg-18e-eeuwse tekenschool waarover Jan Wagenaar meldde dat hier ‘naar ’t naakte leven werd getekend’. De kwaliteit van het tekenonderwijs
liet na enige tijd te wensen over, maar de school maakte een come-back onder het beschermheerschap van de machtige regent Jonas Witsen. Uit de tekenschool met tekenaar-graveur Reinier Vinkeles
als bekendste directeur, groeide de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten.
Bij de Leidsepoort begon de Heiligewegse Vaart, later Overtoomse Vaart, naar de ongedempte Overtoom. Aan de stadszijde ontstond na 1862 het Leidseplein.
Januari 1862 was het moment dat de poort werd verkocht voor fl. 772,50 voor afbraak, nadat in 1852 al het ‘poortgeld’ was afgeschaft. Ook de schans werd in de 19de eeuw geslecht. Op de plaats
van de poort verrees het American Hotel.
De Leidsepoort werd opgevolgd door de Leidse Barrière waarvan de aanbesteding plaats vond op 30 april 1862. Een barrière bestond uit een hekwerk met een accijnshuisje, waar de stedelijke accijnzen
moesten worden betaald. De Leidse Barrière werd gesloopt in 1881.
1787 Intocht Pruisen
Op een schilderij van Johannes Merken is de Leidsepoort afgebeeld bij de intocht van de Pruisen op 10 oktober. Dit gebeurde in de nasleep van de aanhouding bij Goejanverwellesluis van Wilhelmina
van Pruisen, de echtgenote van stadhouder Willem V. Haar broer Frederik Willem II van Pruisen stuurde hertog Karel Willem Ferdinand van Brunswijk-Wolfenbüttel met een leger naar Nederland om
verhaal te halen. Het Pruisische leger kreeg hier nauwelijks te maken met tegenstand en marcheerde zo ook Amsterdam binnen.
Bronnen:
wikipedia.nl
Ons Amsterdam (maandblad) 1961, 1979
De Amsterdamse Schans en de Buitensingel, J.van Eck, 1948,