Naam: Muiderpoort
Adres: Sarphatistraat 500 (voorheen 124)
Architect: Gerrit Barentsz Swanenburgh; Cornelis Rauws
Bouwjaar: 1663; 1770
Opdracht: Gemeente Amsterdam; Gemeente Amsterdam
De Muiderpoort is gebouwd als toegangspoort tot Amsterdam in ommuring van de Vierde Uitleg in 1663. De poort is ook het enige poortgebouw uit deze ommuring die nog bestaat, hoewel het niet meer de oorspronkelijke Muiderpoort is. Deze poort is in 1769 ingestort. Wat er precies ten grondslag ligt aan het instorten van de poort is niet meer te achterhalen, maar in de nacht van 29 op 30 januari 1769 gleed de poort van zijn fundering en verzakte zestien voet (ca.5 meter). De afbraak begon enkele dagen later. De poort lag tussen de binnen- en buitengracht van de oude stadswal; de Singelgracht en de toenmalige Lijnbaansgracht.
Bouwmeester van de eerste Muiderpoort was Gerrit Barentsz Swanenburgh, die ook de bouwmeester van de Utrechtsepoort en Weesperpoort was. De poorten hadden hierdoor een zelfde ontwerp.
’De Muiderpoort is reeds sedert eenige dagen aan ’t zakken … de heele poort is met een groot stuk van de vestingmuren in elkaar gezonken’ schreef Jacob Bicker Raye in zijn dagboek
in januari 1769.
Na het instorten van de Muiderpoort in 1769 kreeg Cornelis Rauws (1732-1772) de opdracht een nieuwe Muiderpoort te ontwerpen. Hij tekende een classicistische stadspoort in Lodewijk
XVI-stijl.
De poortopeningen suggereren een triomfboog. Het middengedeelte met balustrade is verhoogd en wordt bekroond door een achtkantige koepeltoren. De inspringende middenpartij met pilasters en fronton aan de stadszijde is geheel in de Dorische orde. Boven de poortdoorgangen, bevindt zich een bij de Dorische orde passend trigliefenfries. Aan de veldzijde is het nieuwe Amsterdamse stadswapen met de drie Andreaskruisen in het fronton aangebracht, aan de stadskant het oude stadswapen met een middeleeuws schip verwijzend naar het oude stadszegel en het stichtingsverhaal van Amsterdam. Het beeldhouwwerk is gemaakt door Anthonie Ziesenis (1731-1801). De open uurwerken in de lantaarn en de koepelvormige bekroning verbergen de klokkenstoel. De klok is in 1664 gegoten door François en Pierre Hemony te Amsterdam. Dat is de poort die we nu nog kennen.
Zoals bij alle poorten ging ook hier al het verkeer door de poort. Over de Singelgracht lag een stenen brug waarin twee houten wipbruggen waren opgenomen. Aan de veldzijde van de brug was de hamei geplaatst. Deze was voorzien van smeedijzeren hekken. Deze hekkenpoort maakte de doorgang te smal waarop in 1898 werd besloten dit obstakel te verwijderen. Het duurde tot 1938 voor de in Lodewijk XVI-stijl opgetrokken hekkenpoort werd herbouwd bij de ingang van het Flevopark. Desondanks bleef de brug te smal en werd in 1903 vervangen. Deze brug 265, bekend als de Muiderpoortbrug maar sinds 2021 hernoemd tot Henriëtte Pimentelbrug, leidde de weg om de poort heen waardoor de poort haar functie verloor. In het verlengde van de brug kwam voor de Plantage Middenlaan brug 264, lange tijd bekend als Artisbrug en sinds 2016 Jules Schelvisbrug geheten.
Als stadspoort heeft de Muiderpoort de gebruikelijke functies. Bezoekers krijgen hier na registratie een 'paspoort' uitgereikt om zo rondtrekkende bedelaars te weren. Vreemdelingen zonder duidelijke bezigheid in de stad kunnen daarmee maximaal twee nachten blijven. En de poort was ’s nachts dicht ter bescherming van de stad. Een ander belangrijk aspect was de heffing van accijnzen door de poortwachters. Tenslotte is hier de burgerwacht ondergebracht. Die komt, na het blazen van de stadstrompetters en het luiden van de alarmklokken, naar zijn wachtpost bij de poort om Amsterdam te verdedigen of te beschermen tegen brand. In het wachthuis hangt een bekken om alarm te slaan bij naderend onheil. Tevens is de poort wachthuis van de nacht- of ratelwacht en arrestantenlokaal.
In de loop van de 19de eeuw verliest de poort al deze functies en wordt van 1914 tot 1924 een politiepost. Van 1945 tot 1963 heeft beeldhouwer Jaap Kaas, bekend van dierenbeelden in Artis, er zijn atelier. Een plaquette voor architect Rauws aan de stadskant van de poort herinnert aan zijn heldhaftige optreden tijdens de grote brand van de Amsterdamse Schouwburg op 11 mei 1772 waarbij hij meerdere mensen redde, maar zelf overleed.
De fiscale functie komt echter terug als het gebouw in 1963 in gebruik komt bij het International Bureau of Fiscal Documentation (IBFD) en vanaf 2002 bij de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs.
In juli 2019 doet de gemeente Amsterdam afstand van de Muiderpoort door verkoop aan Stadsherstel. Zij lieten in 2021 de klok restaureren.
Net buiten de poort was tot 1880 de uitspanning en herberg ‘Roomtuintjes’. Die naam kwam van de koeien van veehandelaren die hier ’s nachts gestald en gemolken werden, voordat ze de volgende dag verhandeld
werden, de room werd aan de gasten verkocht. De herberg bood vooral onderdak aan reizigers naar de stad die na sluiting van de Muiderpoort niet meer werden toegelaten. De uitspanning werd tussen 1880 en 1884
afgebroken om de Dapperbuurt te kunnen bouwen. De huidige straat Roomtuintjes is naar deze herberg vernoemd.
De herbergier heeft keizer Napoleon Bonaparte vast niet mogen begroeten in zijn bedrijf. De burgemeesters van Amsterdam mochten dat wel bij de Muiderpoort. Holland had de Bataafse Republiek in 1795 uitgeroepen welke weer ten einde kwam toen de Franse koning Lodewijk Napoleon in 1806 op de Nederlandse troon werd gezet door zijn broer, keizer Napoleon. Lodewijk deed in 1810 afstand van de troon vanwege onenigheid met zijn broer over hoe Nederland bestuurd moest worden. Napoleon nam nu het besluit om Holland bij het Franse keizerrijk in te lijven en riep Amsterdam uit tot derde hoofdstad van het Franse Rijk, na Parijs en Rome. Hij kwam in oktober 1811 naar de stad waar hij de stadssleutels bij de Muiderpoort overhandigd kreeg. Hij was in gezelschap van zijn 19-jarige vrouw Marie-Louise van Oostenrijk (1791-1847) en zij bleven twee weken in Amsterdam. Zijn intocht onder de speciaal opgestelde ereboog nam ruim 45 minuten in beslag, deels door de vele soldaten, maar ook door de honderden in lompen gehulde Spaanse krijgsgevangenen. Deze laatsten dienden om eventuele onrustzaaiers te ontmoedigen.
Om Napoleon’s constante oorlogen te financieren was tijdens de Franse overheersing de Amsterdamse economie leeggezogen. De Slag van Leipzig in oktober 1813 werd door Napoleon verloren wat ook het einde van het Franse Rijk inluidde. Op 24 november arriveerden bij de Muiderpoort een regiment Basjkierse Kozakken om te helpen Amsterdam van de laatste Franse troepen te bevrijden. Veel Fransen vluchtten vanwege de meedogenloze reputatie van de Kozakken. Franse douaneposten waren al platgebrand. De Kozakken waren een geduchte en wilde groep krijgers op kleine vurige paardjes, kleurrijk en exotisch uitgedost, hun wapens en kleding meestal buitgemaakt tijdens hun plunderingen. Ze verbleven in het Muiderbos waar de Amsterdamse bevolking in drommen naar toe kwam om ‘Kozakken te kijken’. Ze gedroegen zich hier best goed en waren van harte welkom, ook al vroegen hun officieren wel veel jenever en dames.
Voor een laatste zuivering kwamen ze in optocht via de Leidsepoort naar de Dam. De laatste Fransen werden uit het paleis gegooid, waarna het tijdelijk bestuur direct een verklaring van onafhankelijkheid uitsprak. De Kozakken joegen de Fransen weg van de forten: Diemen op 25 november, Halfweg en Utrecht op 28 november, Muiden op 1 december 1813. Op 2 december 1813 accepteerde de Prins van Oranje, de latere koning Willem I (1772-1843), de onafhankelijkheid op de Dam.
Bronnen:
wikipedia.nl
Stadsherstel
Mb Ons Amsterdam, meerdere jaargangen
Amstelodamum, meerdere jaargangen
XYZ van Amsterdam, J.H.Kruizinga