Naam: Het Mandje
Adres: Zeedijk 63
Bet van Beeren is verreweg de bekendste bewoonster van het pand. Bet van Beeren (1902-1967) is geboren als Elisabeth Maria. Ze is het derde kind en eerste dochter van Johannes Hendrik van Beeren (1875-1960), stratenmaker in dienst van de gemeente, en Maria Johanna Brants (1879-1932), aanvankelijk logementhoudster van ‘De Rode Lantaarn’ in de Boomstraat en later koopvrouw. Het gezin telde veertien kinderen, van wie er twee op jonge leeftijd overleden en woonde aanvankelijk in de Boomstraat, later in de Goudsbloemstraat. Naar verteld wordt zou Bet als klein kind in het logement van haar moeder flesjes moeten vullen met bier vanuit een vat en daarvoor een hevelslang volzuigen. Zo zou ze al op jonge leeftijd aan alcohol gewend zijn geraakt. Na de lagere school ging Bet in een blikfabriek werken, waar ze al snel voorvrouw werd. Ook ventte ze vis; op de Zeedijk was ze daarom bekend als ‘Betje Bokkum’. In de fabriek verloor ze twee vingertoppen. Na een ruzie met haar baas verliet ze de fabriek en ging werken in het café van haar (stief)oom Toon Engelen.
24 februari 1927 nam Bet van Beeren de kroeg ‘Amstelstroom’ van haar oom over. Ze leende hiervoor geld van de Oranjeboombrouwerij, een bedrijf dat ze daarna altijd trouw
is gebleven. Ook Bet moest eten en daarom bracht haar moeder elke dag eten in een mandje. Dat bracht Bet op het idee de naam te veranderen naar ‘t Mandje’. Zij zal het
café door haar persoonlijkheid tot een groot succes maken. Bet van Beeren was destijds een opvallende verschijning in het Amsterdamse uitgaansleven. In een leren jas
scheurde ze op de motor door de stad, regelmatig met een nieuw schatje achterop, want Bet wist al op jonge leeftijd dat ze op vrouwen viel. Ze deed er niet moeilijk over en
het was voor niemand die haar kende een probleem. De kroeg werd dan ook een vrijplaats voor de homo’s en lesbiennes van die tijd. En dat terwijl je destijds als homo nog drie
maanden de gevangenis in kon gaan voor het vertonen van ‘onzedelijk gedrag’.
Overigens is 't Mandje niet het eerste homocafé van Amsterdam: al in het eerste kwart van de 20ste eeuw waren er ongeveer vijf zaken die als specifieke homobar golden,
met als bekendste The Empire aan de Nes 17. Andere gemengde cafés in de rosse buurt waren Xantippe, Groningen, Violetta op de Zeedijk en de Monico, een kleine bar die
in 1941 in de Lange Niezel opende onder Saar Heshof (1913-2003). Overigens werden de cafés vaak genoemd naar hun eigenaar, dus ’t Mandje als ‘Bet van Beeren’ en de Monico
als ‘Blonde Saar’. Bet hield er wel enkele spelregels op na: zoenen mocht niet, er waren zedenwetten en de drankvergunning kon gevaar lopen. Het
café was geen danslokaal, er stond een klein biljart midden in de zaak. Met Koninginnedag waren deze regels niet van kracht en mocht er gedanst in een café zonder
dansvergunning. Dan ging het biljart uit elkaar en dansten mannen met mannen en vrouwen met vrouwen. Maar wetten zijn wetten en als er in de vijftiger jaren gasten binnen kwamen
die door Bet niet werden vertrouwd, ze konden anti-homo of agent van de zedenpolitie zijn, dan ontstak ze een lichtje in een porseleinen uiltje achter de bar. Zo werden de
bezoekers gewaarschuwd. Het leverde de uitdrukking ‘een uil’ voor heteroseksueel op.
Bet wilde een keurige bar hebben maar het liep in dronkenschap en in passie weleens anders. Ze was een absolute heerseres die haar gasten als een kloek beschermde maar op straat
zette als ze te lastig, dronken of vervelend werden. Volgens zeggen zou dit ook de alom bekende majoor Bosshardt van het Leger des Heils zijn overkomen, nadat een klant haar
honderd gulden had gegeven omdat hij Bet een toffe vrouw vond. Toen de heilsoldate zuinigjes opmerkte dat Bet ook haar foutjes had, waarmee ze vast en zeker Van Beerens in alcohol gedrenkte leven
bedoelde, liet Bet zien wie er de baas was. Ze pakte de majoor bij kop en kont en gooide haar met collectebus en al op straat: ’Lelijk klerewijf, godverdomme, eruit!’
Dit heeft overigens een verdere vriendschappelijke relatie niet in de weg gestaan, de majoor bleef welkom om te collecteren.
In de Tweede Wereldoorlog stond de deur ook open voor Duitse soldaten, hoewel die officieel niet in de rosse buurt mochten komen van hun leidinggevenden. Gelijktijdig zaten in de kelder joden ondergedoken, onder wie Hermine Heijermans, en waren op zolder wapens voor verzetsgroepen verborgen. Voor zover bekend zijn er tijdens de Duitse bezetting geen invallen van de politie of de Duitsers geweest en 't Mandje gold dan ook als een van de weinige plekken waar homoseksuele mannen en lesbische vrouwen zich in die tijd nog veilig voelden.
1967 Na het overlijden van Bet nam haar jongste zus Margaretha (Greet) de zaak over. Zij hield het café helemaal hetzelfde en bestierde de zaak tot 1982. Wel drukte Greet haar
eigen stempel op het café en trok haar eigen publiek. Ze kon entertainen en geweldig verhalen vertellen. Beroemd is haar act ‘Pikketanussie’, waarbij ze tijdens het lied speelde
met een houten monnik die in een ton een enorme houten piemel verborg… Die doopte ze in een biertje tot algemeen genoegen. Ook kon Greet goed zingen waarbij ze heel oude smartlappen
woordelijk wist te vertolken. In 1982 stopte Greet met het café, omdat ze ziek werd maar ook omdat de klanten de Zeedijk niet meer op durfden vanwege de drugshandel en de overlast
er omheen. Greet kon geen afscheid nemen van het café. Het café met zijn markante interieur bleef hierna zeventien jaar onaangetast bewaard. Greet van Beeren woonde boven
de zaak en verzorgde nog wekelijks het interieur waardoor vele objecten bewaard zijn gebleven. In 1998 werd een replica van ’t Mandje met enkele originele objecten uit het café
onderdeel van het Amsterdams Museum en ging het café tijdens de Gay Games nog een week open voor publiek.
2008 Na het overlijden van Greet in 2007 kwam het café in handen van haar nicht Diana van Laar. Zij heropende in 2007 het café weer even om het 80-jarige bestaan van ’t Mandje
te vieren, maar deze keer is de heropening definitief. Wel kwam hier een uitgebreide verbouwing aan te pas. Er waren in de loop der jaren nogal wat wijzigingen in wetten en vergunningsvoorwaarden
doorgevoerd en die gingen ook voor ’t Mandje gelden. Het meeste werk zat ‘m bij café ‘t Mandje natuurlijk in het interieur. Alles wat er hing, stond en lag moest weer op zijn oude
plek terugkomen na de verbouwing. Voor de verbouwing moest het hele café leeg gemaakt worden en toen alles klaar was zoveel mogelijk weer in de oude staat aangekleed. Er werd veel
gefotografeerd, zodat duidelijk was welk vaasje, beeldje, bordje, flesje, schoentje, hoedje waar stond of hing. Alleen al van het plafond zijn zodoende 300 foto’s gemaakt. Hier hingen de
stropdassen: wat waarschijnlijk begonnen is als geintje, is een ware gimmick geworden in café ‘t Mandje. Een plafond vol. Ze zijn allemaal gereinigd en geïmpregneerd tegen
brand en weer op de oorspronkelijke plaats teruggehangen. Een enkele stropdas heeft het niet overleefd. En dan het biljart. Volgens Wilhelmina Biljartfabriek is het biljart inderdaad ca.
80 jaar oud en waarschijnlijk op maat (1×2 mtr) gemaakt voor zo’n klein café door een locale biljartfabriek. Het niet vakkundig demonteren voor de Koninginnedagen heeft het biljart
gesloopt en is door hen gerepareerd.
Fun en respect sinds 1927, Diana van Laar zegt hierover: ’ En wat ook nooit zal veranderen: iedereen is welkom. Hetero’s die in de war raken van een verliefd homostel leggen we even
uit dat het zo fijn is dat we niet in Afghanistan wonen en dat je je broertje niet hoeft te stenigen als hij gay is. Maar ook: iemand die 400% homo is en zich misdraagt gaat er gewoon uit.
Iedereen moet het naar zijn zin hebben. De reacties van gasten zijn om trots op te zijn. Iedereen waardeert de geschiedenis en heeft het naar zijn zin. We draaien lekkere ‘ouderwetse’ muziek
(meezingers en soul, funk en disco etc). Er wordt gezongen en gedanst, net als bij tante Bet. We weten niet beter.’
Tijdens de coronapandemie van 2020 was 't Mandje sinds de eerste verplichte horecasluiting in maart gesloten omdat de zaak te klein was om de vereiste 1,5 meter afstand in acht te nemen.
Omdat het café financieel niet overeind gehouden kon worden verkocht eigenaresse Diana van Laar het in december 2020 aan de maatschappelijke vastgoedbeheerder NV Zeedijk, waarmee het
voortbestaan als lhbt-uitgaansgelegenheid gewaarborgd blijft. Zij zullen een aparte beheersstichting oprichten voor het café en de drie appartementen.
'T MANDJE 1927. De steen geeft een van riet gevlochten mand met hengsel weer die gevuld is met diverse soorten bloemen. Voorts de tekst ‘Bet van Beeren’ en ‘50 jaar 26-2-1977’. De steen
is geplaatst ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van het café.