17de eeuw
De klokgevel is ontstaan uit de halsgevel. Bij de klokgevel zijn de klauwstukken in het zelfde materiaal (baksteen) uitgevoerd als de rest van de gevel. Dit
gebeurt onder invloed van het sobere classicisme, waarin de eenvoudige vlakke gevel aan populariteit wint. De vroege klokgevels hebben daarmee de omtrek van
halsgevels met ingezwenkte zijkanten. De klokgevel werd zodoende vroeger ook wel ‘ingezwenkte halsgevel’ genoemd.
Kenmerken: De top van een klokgevel is van baksteen, heeft de vorm van een klok en zandstenen versieringen op de randen, eindigend in aanzetstukken.
Tot 1700 zijn de klokgevels lager en eenvoudiger dan daarna en hebben ze ook vaak een fronton en vruchten- en bloemenslingers.
Een voorbeeld van een klokgevel die nog erg op een halsgevel lijkt en daardoor bijna als een overgangstype kan worden beschouwd, is Herengracht 607 (1670).
Tot de vroegste klokgevels behoort Keizersgracht 716 (1671). Het is een eenvoudige maar fraaie klokgevel met gebogen topfronton, zoals gangbaar in de
17de eeuw.
Minder sober zijn klokgevels met vruchten- en bloemenslingers als afdekking. Zij komen vooral voor in de periode ca.1680/90.
Voorbeelden: Leidsegracht 37 (1666), Herengracht 394 (ca.1671), Oudezijds Voorburgwal 67 (ca.1680), Herenstraat 40 (1686),
Reguliersgracht 37-39 (ca.1690).
Voorbeelden met hoekvazen: Keizersgracht 580-582 (1687), Herengracht 574 (1686).
18de eeuw
Onder invloed van de Lodewijk-stijlen verandert de vorm van de klokgevel. De zwenking wordt steeds sterker, zelfs zwenkt de holle lijn boven weer even naar
buiten. De classicistische frontonbekroningen en vruchten- en bloemenslingers komen niet meer voor. De topbekroning verandert in een rijk versierd gebogen
lijstvormig fronton en de aanzetstukken worden steeds speelser. Klokgevels in Lodewijk XIV-stijl worden vaak bekroond door een kuif of een siervaas.
Voorbeelden van klokgevels in Lodewijk XIV-stijl: Oudezijds Voorburgwal 44 (1ste kwart 18de eeuw), Oudezijds Voorburgwal 103 (1ste kwart 18de eeuw), Geldersekade
56 (1732), Amstel 34 (1733), Oudezijds Voorburgwal 136 (1733), Singel 496 (1739), Begijnhof 26-27 (ca.1740), Singel 104-106
(1743), Brouwersgracht 56 (1744).
Daar de sierlijke Lodewijk XV- of Rococo-stijl beter past bij de ronde vormen van de klokgevel dan de strakkere Lodewijk XIV-stijl, betekende de overgang naar
de Rococo ook het populairder worden van de klokgevel. In de volkswoningbouw wordt een sobere variant toegepast met een eenvoudig gebogen lijstvormig fronton
en slechts enkele voluten als versierend ornament.In de Lodewijk XV-stijl zijn de uitbundiger aanzetstukken en de asymmetrische kuif kenmerkend.
Voorbeelden van klokgevels in Lodewijk XV-stijl: Kalverstraat 143 (1750), Keizersgracht 240 (ca.1750), Leliegracht 60 (ca.1750),
Gravenstraat 18 (ca.1750), Oudezijds Voorburgwal 132 (3de kwart 18de eeuw), Oudezijds Voorburgwal 101
(ca.1752), Kloveniersburgwal 41-43 (1755), Singel 96 (ca.1755), Herengracht 228 (ca.1760), Keizersgracht 546 (ca.1760), Reestraat
8 (1763), Spiegelgracht 9 (1764), Prinsengracht 300 (1767).
Een merkwaardig voorbeeld van een brede klokgevel over twee huizen is Brouwersgracht 79-81 (ca.1765), in een late-Lodewijk XV-stijl.
Klokgevels in Lodewijk XVI-stijl zijn erg zeldzaam. De enige twee nog bestaande voorbeelden zijn Singel 145 (ca.1780) en Korsjespoortsteeg 6 (ca.1780).
In de 19de eeuw worden veel klokgevels versoberd door de natuurstenen banden te vervangen door bakstenen rollagen, het worden klokachtige toppen.
Voorbeeld: Buiten Wieringerstraat 2 (ca.1670), Singel 63, Singel 330 (1638), Keizersgracht 17.