Familie.
De directe opvolger van Pierre Cuypers is zijn eigen zoon, Josephus Theodorus Joannes (Jos) Cuypers (1861-1949). Gezamenlijk werken ze aan talloze gebouwen.
Wanneer Pierre Cuypers in 1894 vanuit Amsterdam weer terugkeert naar Roermond, neemt Jos de leiding in Amsterdam over.
Hoewel Jos als architect is gevormd op de Polytechnische Hogeschool in Delft houdt ook hij stevig vast aan de neogotiek, ten minste tot zijn associatie met architect Jan Stuyt in
1900, waarna meer en meer neoromaanse werken worden gerealiseerd.
Amsterdamse bouwwerken van Jos Cuypers:
Oud Leyerhoven (1884) Vondelstraat 31 tesamen met Pierre Cuypers.
Gebouw Onderlinge Vereeniging van Veehouders (1895) Weteringschans 81-87.
Oude Hoogstraat 2 (1902) woon/winkelpand tesamen met Jan Stuyt.
Rozenkranskerk (1908) Jacob Obrechtstraat 28-30 tesamen met Jan Stuyt.
Effectenbeurs (1909) Beursplein 5.
De zoon van Jos die eveneens architect wordt heet (uiteraard) Pierre. Pierre Jean Joseph Michel Cuypers jr. (Hilversum, 11-07-1891 - Amsterdam, 04-1982) werkt in expressionistische stijl. Hij associeert zich in 1920 met zijn vader.
Ook neef Eduard Gerardus Hendricus Hubertus Cuypers (1859-1927) treedt in de voetsporen van zijn beroemde oom. Eduard krijgt er zijn sterk op de
praktijk gerichte opleiding op het bureau van zijn oom Pierre Cuypers, waar zijn eigen vader werkzaam is. Hij start in 1881 een eigen architectenbureau in Amsterdam.
Door de economische groei en zijn vele goede contacten in het bedrijfsleven krijgt hij veel ontwerpopdrachten voor kantoren, winkelpanden, tentoonstellingen en woonhuizen.
Ed.Cuypers geeft bovendien vooraanstaande architecten als J.M.van der Mey, P.L.Kramer en M.de Klerk gelegenheid tot verdere scholing op zijn bureau.
Zijn stijlontwikkeling is terug te vinden in zijn werk, dat in de beginperiode vooral in de neorenaissancestijl en Jugendstil is opgetrokken. Een vroeg voorbeeld hiervan in
Italiaanse trant is het woonhuis aan de Nicolaas Witsenkade in Amsterdam (1891). In zijn eerste jaren als zelfstandig architect is Eduard Cuypers lid van het
genootschap Architectura et Amicitia, dat vernieuwing in de architectuur voorstaat. Naar voorbeeld van Pierre Cuypers produceert Eduard met zijn bureau
vele kunstnijverheidsproducten, waaronder meubels, lampen en glasserviezen. Daarnaast geeft hij vanaf 1902 een eigen tijdschrift uit, 'Het huis Oud en Nieuw'.
Hierin poneert hij zijn ideeën over architectuur en kunstnijverheid en publiceert hij een groot deel van zijn werken.
Geleidelijk doet de Nieuwe Kunst haar invloed gelden in zijn werk, wat te zien is aan zijn eigen woonhuis en kantoor in de Jan Luyckenstraat (1898-1899) en het
kantoorgebouw voor het Algemeen Handelsblad aan de Nieuwezijds Voorburgwal (1902-1903).
Het bureau van Ed.Cuypers wordt gezien als de oorsprong van de Amsterdamse School omdat de aanvoerders van deze stijl, Michel de Klerk, Joan van der Mey
en Piet Kramer, allen op zijn kantoor gevormd waren. Ook Berend Tobia Boeyinga, een van de belangrijkste volgelingen van de Amsterdamse School, werkte enige tijd
voor Cuypers. Naast de architecten die verbonden zijn met Amsterdamse School is ook Charles Estourgie zijn carrière begonnen op het kantoor van Cuypers.
Amsterdamse bouwwerken van Eduard Cuypers:
Jan Luijkenstraat 2 (1898) eigen woning en kantoor.
Spui 10 voor meubel- en tapijtmagazijn H.F.Jansen & Zonen.
Nieuwezijds Voorburgwal 234-240 voor Algemeen Handelsblad.
Hobbemastraat 22 voor Veiligheidsinstituut.
Na Eduard's' overlijden is zijn kantoor door anderen voortgezet. De huidige naam is 'a/d Amstel Architecten' en zij zijn gevestigd aan de Keizersgracht 169.