Singel 460
Klik op een foto voor een grote afbeelding en meer info.
Singel Singel 460, huis Nürnberg Singel 460, huis Nürnberg Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Herengracht 554 Herengracht 609

Gebouw: Huis Nürnberg (Odeon) (1661-1662/1837-1838)

Architect: Philips Vingboons, M.G.Tétar van Elven
Opdrachtgever: Gillis Marcelis

Vanaf 1586 vindt er bebouwing plaats buiten de Heiligewegpoort bij het huidige Koningsplein. Hier vestigt zich rond 1593 ook de brouwerij 't Witte Lam, in de akten genoemd 'daar waar 't Lammeken uithangt'.

Brouwmeester is Roelandt Garnier. De zaken gaan kennelijk niet voorspoedig en in 1600 worden zijn bezittingen executoriaal verkocht. De brouwerij met erf komt in bezit van schout Willem van der Does (1547-1624) die het geheel in 1611 doorverkoopt aan Jan de Bast. In 1661 koopt koopman Gillis Marcelis de toen door Joachim Colijns gedreven brouwerij met bijbehorend woonhuis en laat het geheel afbreken.
Philips Vingboons bouwt in 1661/1662 hier het prachtige woonhuis Nürnberg met de typisch uitstraling van een koopmanhuis, beneden wonen en boven opslag van handelsgoederen. Het pand had oorspronkelijk een zeer gebruikelijke opzet van voorhuis en achterhuis met daartussen een verbindend tussenlid met een binnenplaats.
In tegenstelling tot het interieur is de gevel op enkele wijzigingen na, intact gebleven. Wel verdween overigens het gebeeldhouwde lam, dat verwees naar de oude brouwerij. Vingbooms voorziet in zijn ontwerp het huis van een halsgevel met onder de hijsbalk een steen met het jaartal 1662. Kort na de voltooiïng van de verbouwing, overlijdt Marcelis.

Regent Mr.Joan Geelvinck (1644-1707) is de volgende bewoner. Hij is in 1674 getrouwd met Anna van Loon (1161).
Het huis wordt op 21 juli 1751 door Nicolaas van Staphorst (1702-1766) in eigendom verworven. Hij is in 1733 getrouwd met Maria van Hasselt (1711-1755).
Aansluitend komt het pand in handen van de broers Nicolaas (1742-1801) en Jacob (1747-1812) van Staphorst, twee opmerkelijke figuren: zij behoren tot de 'nouveau riche' van Amsterdam.

Het duo is in 1782 bereid een lening te verschaffen aan de Amerikaanse gezant (latere president) John Adams, die op zoek was naar financiële steun in de voortdurende strijd tegen Engeland. De bespreking en ondertekening van de lening (van in totaal 8 miljoen gulden) heeft in huis Nürnberg plaatsgevonden, waarschijnlijk in de statige eetkamer op de bel-étage.
Nicolaas van Staphorst is in 1780 getrouwd met Maria van Beeftinck en woont aan de Herengracht 554. Na zijn overlijden verhuist Maria in 1809 naar Herengracht 609. Louis Theodor Mojana wordt in 1790 via een veiling de nieuwe eigenaar voor een koopsom van fl 50.000.

Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Leidseplein 26, Stadsschouwburg Amstelstraat 21-25, Hoogduitse schouwburg Keizersgracht 324, Felix Meritis

Na 1837 eindigt de bewoning en krijgt het gebouw andere bestemmingen. Het pand wordt verkocht aan Eduard Croese die er een concertzaal wil vestigen. De stad kende in die jaren enkel de Stadsschouwburg, de Hoogduitse schouwburg en de concertzaal in het gebouw Felix Meritis aan de Keizersgracht waar regelmatig openbare concerten werden gegeven. De eerste twee zalen bezaten echter een erbarmelijke akoestiek en waren weinig comfortabel. De zuilenzaal van het Felix Meritis werd al lange tijd te klein bevonden.
Architect M.G.Tétar van Elven kreeg de opdracht voor de verbouwing. Hij laat de gevel intact, alleen de stoep wordt weggebroken zodat de entree op straatniveau komt te liggen. Achter de voordeur komt alsnog een korte trap om op de begane grond te komen.

Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Van Baerlestraat 100, Concertgebouw

Door het bijtrekken van het achterhuis en het uitbreken van de etages boven de bel-etage met zijn beschilderde balkonzoldering, creëerde hij een zaal van grote allure. De subtiele decoratie door middel van zuilen, pilasters, fijn gestucte panelen met schilderingen en het bewerkte plafond in laat-empire stijl doet enigszins denken aan het werk van Robert Adam.
Centraal in het cassettenplafond is een schildering van een vrouw met putti en een hoorn des overvloeds voor De Overvloed. De vier hoekschilderingen stellen de vier jaargetijden voor. Venus verbeeldt de lente met Amor en enkele duiven, Ceres neemt de zomer voor haar rekening met putti en korenaren. De herfst wort verbeeld door Bacchus met druiven en een glas. De winter tenslotte is afgebeeld als een oude kleumende man (het is niet duidelijk voor welke god deze figuur staat).

Het nieuwe theater kreeg de naam Odéon, genoemd naar de Griekse en Romeinse gebouwen waar dichterlijke en muzikale wedstrijden werden gehouden.
De pers is laaiend enthousiast over deze nieuwe aanwinst voor het tot dan beperkte concertwezen in Amsterdam.
Naast de geregelde concerten biedt het Odeon in de 19e eeuw plaats aan andere activiteiten. In één van de zijkamers is rond 1865 de muziekschool van de Maatschappij tot de bevordering van de Toonkunst gevestigd. Zowel de theaterzaal als de kamers op de bel-etage worden verhuurd als feest-, oefen- en vergaderlokalen. Zo wordt het geruime tijd de zetel van de Vrijmetselaars in Amsterdam.
Eén vergadering is een aparte vermelding waard. Het comité van notabelen nodigt op 7 maart 1882 het publiek uit voor een openbare vergadering die plaats vindt in de grote zaal van de Odeon. Hierbij wordt tot de oprichting van het Concertgebouw besloten. Het is ironisch genoeg het Concertgebouw dat het Odeon tot een kwakkelend bestaan veroordeeld. De Odeonzaal is niet langer comfortabel genoeg en ernstige muziek onwaardig.

Edouard Jacobs Nap de la Mar Eduard Verkade Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460, huis Odeon Singel 460 Singel 460 Singel 460

1903 cabaret in het Odeon, 1908 toneel in het Odeon
Cabaretier Eduard Jacobs ontdekt in 1903 het Odeon toen hij aantrad voor een benefietvoorstelling van Nap de la Mar in dit theater. Hij zou nog regelmatig terugkeren in het Odeon met Soirées Artistiques.
In 1908 was het acteur/regisseur Eduard Verkade die in het Odeon theater de perfecte plaats zag om Hamlet te ensceneren. De Hamletvoorstellingen van Eduard Verkade brachten het Odeon even terug in de Amsterdamse en Nederlandse theatergeschiedenis.
1912 film, 1919 handel
Rond 1912 kende Amsterdam een overvloed aan nieuwe bioscopen. Oude theaters en feestlokalen werden in hoog tempo omgebouwd tot filmzalen. Ook het Odeon kon hier niet aan ontkomen. Echter meer bioscopen betekende ook betere zalen en zo was het snel afgelopen met filmvertoningen in het Odeon.
In 1919 werd de bel-etage ingericht als eerste gemeentelijke winkel van Amsterdam. Burgers konden er voor aanmerkelijk lagere prijzen dan elders kleding en stoffen kopen. De winkel was een groot succes bij het publiek en verhuisde zodoende spoedig naar een andere locatie, waarna het Odeon tot 1967 voornamelijk dienst deed als veilinggebouw. In de oorlogsjaren werd het pand gebruikt als meubelhuis en later noodhospitaal. Het souterrain was een Beierse bierkelder waar leden van de NSB schenen te vertoeven.
1952 internationale homobar
In 1952 opende het COC er een nationaal tehuis, een soort vrijstaat voor homoseksuelen. In 1954 werd het nationaal tehuis DOK. In tegenstelling tot het COC dat cultuur en ontspanning hoog in het vaandel had staan, was DOK tamelijk ordinair en kreeg al snel de naam van vleesmarkt. Het was de plek om in Amsterdam een liefde voor de nacht op te pikken, een reputatie die leidde tot verbastering van de officiële naam 'De Odeon Kring' en later 'De Odeon Kelder', tot 'De Oude Kringspier'. DOK genoot grote faam onder zowel de lokale als internationale homoscene. In 1989 sloot DOK definitief zijn deuren.
1981 podium voor theater en kamermuziek
In 1981 namen Willem Penninx, Robert Sligting en Hugo van der Aa het initiatief om het Odeon in ieder geval op de bovenverdiepingen in oude glorie te herstellen. Op 3 oktober 1981 opende het Odeon haar deuren voor het publiek. Het werd een podium voor kleinschalige theaterproducties en bovenal kamermuziek. Toch wisten ook gevestigde namen hun weg naar het theater te vinden. Elke donderdag- tot en met zaterdagnacht bood het Odeon optredens van jazz- en popbands.
1989 jazzkelder
Nadat DOK in 1989 failliet was verklaard werd er een plan ontwikkeld om hier een jazzkelder te vestigen. Deze was zeven dagen per week geopend en bood een programma dat werd omschreven als makkelijk toegankelijke jazz.
1990 brand in Odeon
Een verwoestende brand richtte in 1990 zware schade aan. Daarbij ging het stucplafond, het pronkstuk van de ruimte, verloren. Bij de herbouw zijn enkele ornamenten aan de hand van oude bouwtekeningen gereconstrueerd.
2005 heropening Odeon
Amsterdam Village Company neemt in 2003 het noodlijdende Odeon over. Na een grootschalige reorganisatie en verbouwing gaat Odeon in 2005 weer open en krijgt opnieuw een plek in het culturele- en uitgaansleven van Amsterdam.
2013 opening Ricardo's in Odeon
Sinds augustus 2013 is in de kelder van Odeon restaurant Ricardo's geopend. Dit restaurant staat onder leiding van chefkok Ricardo van Ede. Deze chefkok is één van de weinigen die al op zijn 21e jaar een Michelin ster wist te bemachtigen.

Singel 460 Singel 460 Singel 460

2015 verhuist de Supperclub van de Jonge Roelensteeg naar het Odeon omdat de huurtermijn afliep en niet werd verlengd. Hier is de voormalige concertzaal op de tweede verdieping omgebouwd tot een grote loungeruimte waarin de bedden werden geplaatst. Op de nieuwe locatie wil de zaak zich weer meer richten op ruimdenkende mensen uit de kunst- en cultuurwereld en uit de trans- en gayscene. De Supperclub werd opgezet als ‘Galerie voor de Kookkunst’ naar een idee van onder andere Thorwald Voss, die als chef-kok ook de diners verzorgde. Daarnaast werden kosten noch moeite gespaard voor extravagante decors en optredens, die vergelijkbaar waren met die in de roemruchte discotheek RoXY, iets verderop aan het Singel. De Supperclub werd al snel een van de meest hippe Amsterdamse clubs, met name door het 'loungen', wat in de jaren negentig en rond het jaar 2000 de toonaangevende trend in het uitgaansleven was. Nieuw en kenmerkend waren de witte loungebedden, waarop men half liggend zowel kon dineren, drinken, als van het entertainment kon genieten. In 1999 werd de Supperclub overgenomen door horeca-ondernemer Bert van der Leden die het pand naar ontwerp van de bureaus Concrete en Laboratorivm grondig liet verbouwen en de club vervolgens onderbracht in zijn bedrijf IQ Creative, waar nog 12 Amsterdamse uitgaansgelegenheden onder vallen, zoals de restaurants Nomads, Nevel, Mazzo, Julius bar&grill en Happyhappyjoyjoy. De zaak was dermate trendsettend geworden dat er vestigingen in onder andere Rome, Londen, Istanboel, Los Angeles, San Francisco, alsmede op Ibiza geopend werden.

Meer lezen:
Adams, John: Herengracht 497; Herengracht 619; Keizersgracht 224
Amor
Bacchus
Ceres
Loon, Anna van
Schout
Staphorst, van, Nicolaas
Supperclub
Tétar van Elven, M.G.
Venus
Vingboons, Philips

Voor het laatst bewerkt: