Naam: 1563 ’t Suykerhuis later Sint Nicolaes; 1877-1922 Koffiehuis of Café de Bisschop; 1933 De Bisschop
Adres: Dam 2-2a
Architect: -; -; A.C.Boerma; Jan Gratama; Rappange & Partners bv, Kees Doornenbal
Bouwtijd: voor 1563; ca.1700; 1899; 1937; 2010
Opdracht: -; -; H.P.de Goeijen; Levert en Co; Maatschap Dam 2-4
Al in 1563 staat er op de hoek met het Damrak een huis met de naam Suykerhuis, maar het werd ook aangeduid met Sterclaes. Het is niet duidelijk of dit huis is afgebroken of een grondige opknapbeurt heeft ondergaan. Wel weten we dat er omstreeks 1900 een huis met een klokgevel stond dat daar na 1750 is gebouwd. Ook dit huis van drie verdiepingen was bekend als Huis Sint Nicolaes. Een gevelsteen van deze naam zit nog altijd in de gevel aan de Damzijde.
Omstreeks 1864 werd er een plan gepresenteerd voor de bouw van een hotel tussen Damrak en Nieuwendijk naar ontwerp van de Engelse architect George Somers Clarke.
Daar is het niet van gekomen.
Vanaf 1877, na een verbouwing voor fl. 7999,-, is er een tapperij gevestigd, café Bisschop,
naar zeggen vanwege de achternaam van de kastelein. Het café staat in 1879 alweer te koop voor fl. 49.000,- maar wordt al voor de veiling uit de
hand verkocht. Ook daarna wisselt het café snel van eigenaar, in 1883 gaat het van P.de Groot over naar W.G.Burgers, in 1886 gaat het naar F.A.Wurpel
en in 1893 volgt alweer verkoop aan H.P.de Goeijen. De plek is prominent, maar niet gemakkelijk te exploiteren. In 1899, als Goeijen een nieuw café wil neerzetten,
wilde hij ook de naastgelegen panden aan het Damrak kopen, maar dat lukte niet, de vraagprijs was te hoog.
In 1899 werd besloten tot nieuwbouw naar een ontwerp van A.C.Boerma (1852-1908), met op de begane grond een iets chiquer, gelijknamig café. Het pand krijgt al snel de bijnaam ‘de vulkachel’ omdat de tweede en derde verdieping bij avond rossig licht uitstraalt. Het gebouw is groter en hoger dan zijn voorganger maar werd wel gebouwd op de oude fundering en deze blijkt ruim onvoldoende.
Begin 1921 treden, twintig jaar na de nieuwbouw van het Café 'de Bisschop' er ernstige verzakkingen op, het pand vertoont scheuren en komt los van de buren. Het moet, als het aan de Damrakzijde zo’n 22 cm voorover helt, gestut worden. De fundering wordt bloot gelegd ter inspectie. Het café werd overigens pas in 1926 voor publiek gesloten.
Intussen is er al in 1915 door architect W.Kromhout (1864-1940) een nieuw plan gemaakt voor een hotel op deze plaats, maar de opdrachtgever vindt dit plan
te ambitieus. Voorlopig wordt er dus niets verbouwd, maar alleen afgebroken. De bovenste verdiepingen werden verwijderd om de druk op de fundering te verminderen.
De restanten van het pand werden met reclame beplakt waarmee het de Dam tot 1933 ontsierd. Hier komt de bijnaam ‘de ruïne van de Dam’ vandaan.
Eigenaar De Goeijen had onderwijl wel de twee aansluitende panden, Damrak 100 en 99, de sigarenzaak Justus van Maurik en Seijffart’s boekhandel aangekocht
voor de uitbreiding.
De ruïne van café de Bisschop met de twee naastliggende panden zijn uiteindelijk door Heineken geruild met de gemeente voor een ander stuk grond voor
de brouwerij in de Pijp. Later wordt de grond aan de distilleerderij Levert & Co in erfpacht uitgegeven. In hun opdracht maakte Jan Gratama (1877-1947)
in 1933 het ontwerp voor het huidige kantoorgebouw. Op de begane grond komt een bijkantoor van de Incasso Bank, een bedrijf waar Gratama regelmatig opdrachten
van heeft. Het interieur wordt in handen gelegd van Anton Hamaker een ontwerper die veelvuldig met Gratama samenwerkt.
Gratama speelde in de eerste decennia van de 20e eeuw een centrale rol in de schoonheidscommissies van de gemeente Amsterdam, de voorloper van de
latere welstandscommissies. In deze rol maak je niet de meeste vrienden. Het resultaat daarvan was dat Gratama behoorlijk veel kritiek over dit
gebouw kreeg. Architectuurcriticus Mieras publiceerde op 3 juni 1933 een voor zijn doen buitengewoon kritische analyse in Bouwkundig Weekblad
Architectura. Afgezien van enige detailkritiek betrof zijn voornaamste bezwaar de ‘stijlnamaak’. Er was geprobeerd om het tamelijk grote kantoorgebouw
het voorkomen van een stadshuis te geven, met topgevel, kap en traditioneel ogende ramen voorzien van een roedenverdeling. Zelfs de gemetselde gevel
was eigenlijk ‘schijn’, want een modern staalskelet had de dragende functie van de buitenmuren overgenomen. Dat ging Mieras klaarblijkelijk te ver,
al begreep hij best dat Gratama voor deze gevoelige locatie een behoedzame oplossing had gekozen.
Feller was de aanval in het fameuze avant-garde tijdschrift de 8 en Opbouw. De architecten die dit tijdschrift uitgaven waren principiële
modernisten en zij beschouwden het historiserende kantoorgebouw als een vorm van dwaasheid, dat behoefde geen verdere toelichting. Gratama werd in
progressieve kring beschouwd als een gevaar voor de ontwikkeling van de Amsterdamse architectuur, hij was namelijk een verklaarde tegenstander van
het modernisme.
Omstreeks 1990 is het gebouw en Dam 4 bij een ‘opknapbeurt’ beroofd van vrijwel al zijn schoonheid. De rijk gedetailleerde pui met haar monumentale deuren en
smeedijzeren traliewerk werd hierbij helaas onherstelbaar vernield. De ‘oude’ deuren en ramen werden vervangen door kunststof kozijnen.
In 2010 zijn de panden opnieuw aan een renovatie onderworpen, waarbij de indeling van het complex drastisch werd gewijzigd, terwijl de gevels en ornamenten
werden gerestaureerd en het torentje op de hoek van de Nieuwendijk en de Dam in oorspronkelijke staat werd teruggebracht. De kunststof kozijnen verdwenen
in de afvalcontainer. Tegelijk werd een zes meter diepe kelder aangelegd onder de gebouwen, waarbij de bestaande ondergrondse bankkluizen werden gesloopt.
De begane grond, de eerste en tweede verdieping van het pand op de hoek met het Damrak is ingericht als filiaal van de ABN AMRO bank met kantoren en een
bankshop. De werkzaamheden stonden onder supervisie van architect Kees Doornenbal van Rappange & Partners bv.
Sinds 1933 biedt het kantoorpand onderdak aan de Incasso Bank, de Amsterdamse Bank, Amsterdam-Rotterdam Bank, AMRO Bank en tot ca.2023 ABN AMRO.
Sinterclaes
Al vanaf het begin van de 17de eeuw heeft de gevelsteen met de voorstelling van Sint Nicolaas op deze plek aan de Dam gezeten. In 1934, bij de bouw van het
huidige hoekpand is de steen herplaatst. Tijdens de eerste intocht van Sinterklaas, schutspatroon van Amsterdam, op 1 december 1934 hangt de als heiligman
vermomde acteur Eduard Verkade een krans aan de steen. Later komt er een einde aan deze traditie. Sindsdien maakt de Sint er nog steeds ‘halt en front’ met
zijn paard, kijkt omhoog, knikt licht, brengt een groet met de rechterhand en vervolgt daarna zijn intocht.
In de publieksruimte van het bankkantoor is het voormalige gevelbeeld van Sint Nicolaas nog altijd opgesteld met rond 5 december wat pakjes aan zijn voeten.
Betekenis afbeelding op de gevelsteen:
De heilige kindervriend is staande, als bisschop voorgesteld in een landschap met zijn rechterhand zegenend boven een houten tobbe waarin drie naakte
kindertjes. Deze voorstelling is een verbeelding van een van de vele legenden die verteld worden over deze heilige Nicolaas, die leefde in de 4de eeuw.
Het wonder waar deze steen naar verwijst is Zijn bekendste wonder. Dat verrichtte hij in een herberg waarvan gezegd werd dat de waard kinderen roofde, ze
in stukken hakte en in zijn gerechten verwerkte. In de kelder van de herberg vond Nicolaas inderdaad een tobbe met drie gedode en ingezouten kindertjes.
Door een zegenend gebaar boven de tobbe wekte hij de kinderen weer tot leven en dit moment is op de gevelsteen voorgesteld. Hoe de slechte waard gestraft
werd is niet overgeleverd.
Bronnen:
Binnenstad 249, december 2011
wikipedia.nl