Herengracht 495
Klik op een foto voor een grote afbeelding en meer info.
Herengracht 495 Herengracht 495 Daniël Marot Herengracht 495 Herengracht 495 Herengracht 495 Elisabeth van der Voorde David de Wildt Hiob de Wildt Simon van Slingelandt Herengracht 495

Naam: Omnia orta occidunt (Al wat ontstaan is vergaat)
Adres: Herengracht 495

Architect: -, Jean Coulon (assistent van Daniël Marot), -
Bouwtijd: 1673, 1739, 1774
Opdracht: Elisabeth van der Voorde (weduwe van David de Wildt), mr.Jan Six II, mr.Jan Six II

De kooplieden Lucas en Hendrik Scholten kochten in 1664 de erven waarop nu Herengracht 495 is gebouwd. Ze verkochten de erven al in 1665 aan Agatha de Vlaming van Oudtshoorn (1588-1666), de weduwe van Jan Cornelisz Geelvinck (1579-1651). Bij leven was Geelvinck tussen 1626 en 1647 twaalf maal burgemeester en woonden zij op Herengracht 174. Agatha kocht van koopman Martinus Alewijn, die op Herengracht 458 woont, de aangrenzende erven aan de Reguliersdwarsstraat 44-46. Voor ze echter aan het bouwen toekomt overlijdt zij, waarop haar erfgenamen het gehele terrein in 1671 overdoen aan Elisabeth van der Voorde (1611 -1677). Haar echtgenoot, David de Wildt (1611-1671), secretaris bij de Admiraliteit van Amsterdam, is juist dat jaar overleden. Na al deze verkoopacties is zij de eerste die hier een huis laat bouwen.
Het wordt een dubbel huis met een eenvoudige bakstenen gevel. Aan de Reguliersdwarsstraat verrijzen op drie erven, deels achter Herengracht 497, een “huysinge en stallinge”.

Na het overlijden van Elisabeth van der Voorde in 1677 ontvangt haar oudste zoon Hiob de Wildt (1637-1704), ossenweider en secretaris der Admiraliteit van 1659-1704, het huis met stallen uit de erfenis. Hiob was tot 1669 getrouwd met Barbara de Neufville (1643-1669) die in dat jaar overleed. Mr.De Wildt woont tot zijn dood in 1704 op Herengracht 495.
Bij de boedelscheiding komt het pand aan zijn dochter Susanna de Wildt (1666-1722). Zij was in 1690 getrouwd met mr.Simon van Slingelandt (1664-1736). Van Slingelandt was secretaris van de Raad van State in 1690, thesaurier-generaal der Unie in 1725 en raadpensionaris van Holland en Zeeland in 1727.
Na 1704 werd het een huurhuis. In 1708 bewoont door Susanna Scholten (1648-1723), weduwe van de in 1701 overleden koopman, reder en lijnslager Salomon van de Blocquery. Zij verhuisde in 1709 naar Herengracht 442.

Herengracht 495 Herengracht 495 Herengracht 495 Herengracht 495 Herengracht 495 Herengracht 495 Herengracht 495 Herengracht 495 Herengracht 495 Herengracht 495 hofstede Elsbroek hofstede Elsbroek hofstede Meermond Herengracht 495 familiewapen Clifford Herengracht 495 Herengracht 495 Herengracht 495 familiewapen Roest van Akemade Herengracht 495 Herengracht 495

De familie Six

In dat zelfde jaar draagt de huistimmerman-makelaar-rooimeester Pieter Adolfse de Zeeuw van Herengracht 421 als gemachtigde van mr.Van Slingelandt en zijn vrouw het huis voor fl. 43.610 over aan mr.Jan Six II, heer van Hillegom en Vromade (1668-1750) van Herengracht 168, zoon van de bekende 'burgemeester' Jan Six I wonende op Herengracht 619.

Jan Six II was in 1705, als weduwnaar van Agatha Decquer, hertrouwd met Maria Calkoen (1674-1728) (Maria is de zuster van Petronella Calkoen de in 1725 op Herengracht 497 kwam wonen). Hier ontvangt hij van mr.Nicolaas Six (1662-1710), sinds 1727 weduwnaar van Emerentia Valckenier een aantal familieportretten van Six en Tulp. Jan Six II trouwt in 1728 voor de derde maal, nu met Anna Elisabeth van den Bempden (1695-1773) die Herengracht 481 in 1748 erfde en waar haar moeder in 1757 nog woont. Jan Six II laat het pand in 1739 verbouwen waarbij het huis een zandstenen gevel krijgt met een marmeren balkon. Het in het balkonhek aangebrachte tijdvers 'oMnIa orta oCCIDVnt' (= MDCCVII: 1707) dateert van de volgende verbouwing uit 1774, waarbij het jaartal mogelijk lijkt te verwijzen naar het jaar van aankoop. De totale kosten van het vernieuwen van de gevel zijn rond de fl. 19.000. Het huis werd inmiddels bewoond door Jan Six II, zijn vrouw en zijn zoon Jan Six III, vrijheer van Wimmenum, heer van Hillegom en Vromade (1730-1779). Verder bewoners waren de postmeester van het Antwerpse Postcomptoir, zijn huisknechten, Pieter Poorten schipper op Gouda, Jan van Eek schipper op Delft, Rotterdam en Den Haag, en Casper Willegius, 'aanteekenaar' van de goederen op Zaandam, en in 1742 van die op Haarlem in welke functie hij werd opgevolgd door Hendrik van Gelder. Naast Herengracht 495 is Jan Six II sinds 1722 eigenaar van de hofstede Elsbroek bij Hillegom en hofstede Meermond aan de Amstel bij Meerhuizen.
Six II overlijdt op bijna 82-jarige leeftijd, omdat hij, zoals zijn weduwe schrijft, 'kouwe billen' in de kerk heeft gekregen. De weduwe krijgt na de dood van haar man het vruchtgebruik van het huis en blijft in het huis wonen tot ook zij in 1773 overlijdt.

Haar zoon, mr.Jan Six III, lid van de raad van 1758 tot 1779 en schepen in 1760, 1763, 1769 en 1770 wordt de nieuwe eigenaar. Hij is in 1751 getrouwd met Susanna Catharina Bors van Waveren (1730-1760) dochter van mr.Gerard Bors van Waveren van Herengracht 478. Jan woont in 1752 op de Herengracht hoek Nieuwe Spiegelstraat en hertrouwde in 1762 met Johanna Clifford (1733-1797), dochter van George Clifford jr. die op Herengracht 472 woonde.
Na het overlijden van zijn oma verhuisde Jan Six III naar Herengracht 481. Van hieruit initieert hij na de dood van zijn moeder in 1773 een grote verbouwing die van 1774 tot 1776 duurde. In het huidige Six-Archief aan Amstel 218 bevinden zich nog de zilveren hamer en troffel, waarmee de 17-jarige Jan Six IV en de 11-jarige Nicolaas Six, zoons van Jan Six III, op 5 en 8 juli 1774 de eerste spijker slaan en de eerste steen leggen voor deze 'vergroting'. Het huis krijgt een om een centrale binnenplaats gecomponeerde plattegrond met een grote achterbouw van vijf verdiepingen. Vijf nog aanwezige wandschilderingen boven de deuren van een der kamers zijn uit 1779 en van de hand van de bekende toneelspeler-graveur Jan Punt (†18-12-1779). Het is niet duidelijk of de schilderingen hier origineel zijn of in de 19de eeuw vanuit een ander huis hier aangebracht.
Na 1776 gaat de familie hier wonen en na het overlijden van Jan Six III blijft zijn weduwe Johanna Clifford er wonen met mr.Jan Six IV, vrijheer van Wimmenum, heer van Hillegom en Vromade (1756-1827), de zoon uit het eerdere huwelijk van Jan Six III. Hij is schepen in 1784, 1786 en 1794, in de raad van 1789 tot 1795, wethouder in 1805 en lid van het Wetgevend Lichaam.
In 1783, na de dood van zijn zuster Anna Elisabeth Six, wordt het pand bij de boedelscheiding aan hem toegewezen. Jan Six IV trouwt in 1787 met Johanna Maria Hop (1769-1809), dochter van mr.Johannes Hop van Herengracht 414. Herengracht 495 wordt in datzelfde jaar van de hand gedaan voor fl.138.000 aan de katholieke koopman Arnoldus Roest van Alkemade (1756-1787) die op Herengracht 617 woont. Van Alkemade is regent van het R.K.Jongensweeshuis van 1781 tot 1786. Hij verhuist naar het huis, maar overlijdt kort daarna. Jan Six IV verhuist pas in 1791 naar Herengracht 572.

Herengracht 537 Herengracht 543 Herengracht 623 Herengracht 176 Herengracht 489

Françoise Angélique Gilles (1758-1826) erft als echtgenote van Arnoldus Roest van Alkemade het huis. Françoise is van 1795-1826 regentes van het R.C.Maagdenhuis. In 1800 krijgt ze een grote erfenis waar ook Herengracht 537 deel vanuit maakt. In 1817 koopt ze het buurhuis 497 om haar tuin te kunnen verdubbelen. Een groot deel van het interieur is in deze tijd in Lodewijk XVI-stijl vernieuwd. Na het overlijden van Françoise Angélique Gilles vallen de huizen 495 en 497 in 1828 toe aan Maria Christina Josepha Gilles (†1840), dochter van Françoise's broer Ludovicus (of Louis) Michel Gilles (1757-1811) en Jeanne Petronella Josepha de Pret. Maria Gilles is getrouwd met graaf Franciscus Xaverius Joannes Maria Josephus de Robiano, een bekende figuur uit de Belgische opstand en in de Zuidelijke Nederlanden woonachtig.
In 1836 volgt voor fl. 45.300 verkoop van Herengracht 495 aan de uit Berlijn afkomstige koopman David Splitgerber (1768-1843) die aan Herengracht 543 woonde. Hij bewoont het huis dan al tegen een huurprijs van fl. 2.600 per jaar. Na zijn dood blijft zijn weduwe Gijsberta Johanna Harderwijk (1773-1853), dochter van Cornelis Antony Harderwijk en Wijnanda Kluppel, het huis dat haar in 1843 wordt toegewezen bewonen. Bij haar wonen in haar zoons David Cornelis Splitgerber (koopman en consul van Pruisen), mr.Johannes Jacobus Splitgerber (advocaat en kantonrechter-plaatsvervanger) en haar dochter Wijnanda Cornelia Splitgerber (in 1830 getrouwd met Henry Peter Blanckenhagen, directeur van de West-Indische Mij). Een derde zoon, de bekende collectioneur Louis Splitgerber, woont dan op de Herengracht 623.

Na de dood van Gijsberta Johanna Harderwijk wordt het huis rond 1855 voor fl. 48.000 verkocht aan de koopman Christiaan Pieter van Eeghen (1816-1889), lid van de firma Van Eeghen & Co. Van Eeghen was ook eigenaar van Herengracht 176 en bezat een beroemde schilderijencollectie welke door de erfgenamen aan de stad is geschonken. C.P.van Eeghen heeft het huis bewoond met zijn vrouw Catharina Huidekoper (1822-1879), dochter van burgemeester Pieter Huidekoper van Herengracht 489 en Sara Geertruida Margaretha van Eeghen. Haar ongetrouwde zuster Geertruida Margaretha Jacoba Huidekoper (1824-1884) is dan eigenares van Herengracht 489. Het echtpaar Van Eeghen-Huidekoper had negen kinderen. Vijf hiervan zijn ongetrouwd, te weten Jan Herman van Eeghen (1849-1918), commissionair lid van de firma H.Oyens & Zonen, en zijn zusters Anna Cecilia Maria, Jacoba, Maria Catharina en Catharina. Aan dit vijftal wordt het huis in 1890 bij de boedelscheiding toegewezen. In 1906 wordt Jan Herman van Eeghen alleen eigenaar als zijn laatste twee zussen naar de Sarphatistraat verhuizen, waarna een grote verbouwing volgt. Jan Herman woonde er nadien nog korte tijd met zijn toekomstige vrouw, de befaamde Anna Maria du Mée (1862-1949).

Prof.Tulpplein 1, Amstelhotel Singel_460, Odeon Herengracht 495 Herengracht 495

Roddel en achterklap
Anna Maria was een Nederlands verpleegster, die vooral veel in het nieuws is gekomen door haar kortstondige huwelijk met de schatrijke bankier en kunstverzamelaar Jan Herman van Eeghen, haar extravagante levensstijl tijdens dit huwelijk en de veiling van haar immense boedel na haar overlijden.

Kort na de verbouwing van het huis, in de herfst van 1907 nemen Jan Herman en zijn 'maintenée' hun intrek in het Amstel Hotel, waarna zij trouwen. De huwelijksinzegening vindt door een predikant plaats in Odeon aan het Singel. In 1911 kwam er een eind aan het huwelijk. Het geld raakte te snel op en een deel van de kunstcollectie werd verkocht en er ontstonden heftige spanningen tussen de twee. Hierbij zou Anna Maria haar man zelfs hebben gedreigd zijn bed in brand te steken. Daarnaast zou Anna Maria ook ontrouw zijn geweest. Ondanks de in 1912 uitgesproken scheiding en ondanks dat van Eeghen veel minder rijk was dan bij het begin van hun huwelijk, erft Anna Maria een vermogen van hem als hij zeven jaar later, 69 jaar oud, sterft.
Na haar overlijden in 1949 is Anna Maria bijgezet in het familiegraf van de Van Eeghen's.
Hoewel ze zo'n dertig jaar lang haar gasten in de keuken op versleten stoelen had ontvangen bleek na haar dood haar zeer kostbare boedel keurig in kratten opgeborgen, de vrijwel ongebruikte kostbare tapijten strak opgerold. Over de veiling werd in alle kranten uitgebreid bericht. Een aantal stukken, waaronder een korset en een japon, zijn opgenomen in de collectie van het Rijksmuseum.

Herengracht 535 Larense Kunsthandel Larense Kunsthandel Larense Kunsthandel Larense Kunsthandel Larense Kunsthandel Larense Kunsthandel Herman Baanders Lizzy Ansingh Jan Baanders

In 1907 wordt het huis voor fl. 110.500 verkocht aan de NV Levensverzekering Mij Dordrecht, die er al een bijkantoor heeft en eerder op Herengracht 535 was gevestigd.
Huurders tussen 1910-1920:
Nederlandsche Grondbriefbank,
Larensche Kunsthandel tot 1917,
accountant Ch.H.Escher,

Architectenbureau H.A.J. (Herman Ambrosius Jan) Baanders (na 1915 architectenbureau H.A.J. en Jan Baanders). In 1924 verhuizen ze naar Herengracht 493,
schilderes Lizzy Ansingh (1874-1959) woont en werkt hier in haar atelier op de derde verdieping. Zij is aangesloten bij de 'Amsterdamse Joffers',
firma Gebr.Catz.
In 1919 worden de aandelen van Mij Dordrecht overgenomen door de Eerste Nederlandsche Verzekering Mij. Zij verkopen, eveneens in 1919, het pand met de percelen Reguliersdwarsstraat 44 en 46 voor fl. 225.000 aan de NV Mij voor Beeldende Kunsten. Dit bedrijf vestigt zich hier maar verkoopt het pand met het koetshuis in hetzelfde jaar voor fl. 334.500 aan de firma Strauss-Evans met de firmanten Engelbert Carel Wolsheimer, Gerrit Cornelis Kuneman en George Herman Roland Hoppenstedt. Deze vennootschap werd in 1925 ontbonden, waarop het huis met het koetshuis in 1926 werd het toegewezen aan de firmant Wolsheimer. Hij brengt het in hetzelfde jaar in in de nieuw opgerichte firma Wolsheimer. Deze firma verkoopt het huis met bijgebouwen in 1928 voor fl. 210.000 aan de NV Mij Lemelerveld tot exploitatie en administratie van onroerende goederen onder directie van Joannes Petrus van Rossum (1860-1943), industrieel te Wolvergade in Engeland.

(Joannes Petrus is getrouwd met Maria Jacoba van Vlissingen (1864-1950), dochter van Paulus Cornelis van Vlissingen en Valborg Dzwernitska Egidius. Paulus Cornelis is een zoon van Paul van Vlissingen (directeur van de Fabriek voor Stoom- en andere Werktuigen) en Maria Jacoba Blanck. Een halfbroer van Valborg Dzwernitska, Fredrik Thorvald Egidius, is de vader van Thora Nanna Egidius.)
Huurders tussen 1930-1950:
mr.N.Groenewegen en mr.C.J.de Bruyn Kops,
notaris J.D.Meiners,
Mij voor grondbezit en grondcrediet

Nederlandsche Grondbriefbank

architect A.A.Kok (1881-1951) en aansluitend zijn zoon Ysbrand Kok (1911-1980) hebben van 1920 tot 1980 een deel van de bovenetages als atelier in gebruik.

Centrale Suiker Mij (diverse afdelingen)
Architectenbureau H.A.J. en Jan Baanders (1944 tot 1962),
In 1937 koopt de eerder genoemde Joannes Petrus van Rossum het pand voor fl. 100.000 van de curator van de NV Lemelerveld, Nicolaas Pieter Landsman, directeur van de Centrale Suiker Mij.
In 1951 wordt het complex na de dood van Van Rossum en zijn weduwe Maria Jacoba van Vlissingen door de beide dochters Walborg Hermine van Rossum en Hermine Maria Elisabeth van Rossum voor fl. 225.000 verkocht aan de NV Centrale Suiker Mij van Herengracht 493. Zij zijn van 1955 tot 1983 eigenaar en gebruiker.
Huurder tot rond 1972 rentmeesterskantoor F.K.Ozinga.
Tot 2008 is het Ierse Friends First eigenaar. Hun belangrijkste huurder is dan Volkswagen International Finance.
In 2008 wordt Herengracht 495 als beleggingsobject gekocht door Heerenstede Vastgoed gevestigd op Herengracht 562.

Overzicht verkoopprijzen
1709 fl. 43.610
1836 fl. 45.300
1855 fl. 48.000
1907 fl. 110.500
1919 fl. 225.000
1919 fl. 334.500
1928 fl. 210.000
1937 fl. 100.000
1951 fl. 225.000

Meer lezen:
Baanders, H.A.J.: Baanders, Architectenbureau H.A.J. (Herman Ambrosius Jan); Herengracht 493
Calkoen, Petronella
Centrale Suiker Mij: Herengracht 493; Spaarndammerstraat 78; Van Noordtkade 20
Coulon, Jean
Egidius, Thora Nanna: Egidius, Thora Nanna; Keizersgracht 672
Gilles, Françoise: Herengracht 497; Herengracht 537; Nieuwe Keizersgracht 94
Kluppel, Wijnanda
Kok, A.A.
Nederlandsche Grondbriefbank
Odeon, Singel 460
Ossenweider
Roest van Alkemade, Arnoldus
Schepen
Six, Jan II
Six, Jan III
Six, Nicolaas: Herengracht 619; Kloveniersburgwal 29
Van Eeghen & Co

Voor het laatst bewerkt: